Openbaring: Vier Dieren

 Openbaring: Rechtvaardiging Door Geloof

Vier Dieren

Openbaring 4:6 En vóór de troon was een glazen zee, als kristal. En in het midden van de troon en om de troon heen waren vier dieren, vol ogen van voren en van achteren.

7. En het eerste dier leek op een leeuw, het tweede dier leek op een kalf, het derde dier had het gezicht als van een mens, en het vierde dier leek op een vliegende arend.

8. En de vier dieren hadden elk voor zich zes vleugels rondom, en vanbinnen waren die vol ogen. Ze hadden geen rust en zeiden dag en nacht: Heilig, heilig, heilig is de Heere God, de Almachtige, Die was, Die is, en Die komt!

In de tempel vinden wij hier vier dieren. Al deze dieren komen overeen in hun gezang, vleugels en hun ogen. 

Zij waren vol ogen van voren en van achteren. Of in andere vertalingen; van buiten en van binnen. 

Met zoveel ogen moet zo'n dier natuurlijk alle perspectieven kunnen zien.

Deze staan om de troon van God en dit doet ons natuurlijk denken aan de ogen van God die overal zien en overal zijn. God ziet alles van elk perspectief mogelijk. 

Dan zien wij ook de zes vleugels. 
Jesaja had eenzelfde visioen van de troon van God en vertelt ons:

Jesaja 6:1 In het jaar dat koning Uzzia stierf, zag ik de Heere zitten op een hoge en verheven troon, en de zomen van Zijn gewaad vulden de tempel.

2. Serafs stonden boven Hem. Ieder had zes vleugels: met twee bedekte ieder zijn gezicht, met twee bedekte hij zijn voeten, en met twee vloog hij.

3. De een riep tot de ander:

Heilig, heilig, heilig is de HEERE van de legermachten;

heel de aarde is vol van Zijn heerlijkheid!

Met twee vliegen zij en met de andere vier bedekken zij hunzelf in verering voor de God die op de troon. De Serafs zelf bedekken hun aangezicht voor God, al zijn zij heilig en zondeloos. Zij weten dat God heilig is en verheven. Hij is uniek, iets wat een engel nooit kan zijn. 

En deze serafs zijn niet in hun gezang gefocust op hunzelf, maar volledig op de heiligheid van God. Driemaal roepen zij heilig en ze leggen nadruk op het feit dat Hij Almachtig is en Zelfbestaand.
Hoeveel te meer horen zondige mensen een goed beeld te hebben van hunzelf tegenover God?
Jesaja zelf geeft ons een goed voorbeeld:

Jesaja 6:5 Toen zei ik:

Wee mij, want ik verga!

Ik ben immers een man met onreine lippen

en woon te midden van een volk met onreine lippen.

Mijn ogen hebben namelijk de Koning, de HEERE van de legermachten, gezien.

De doxologie, of de prijs voor God, in de hemel, moet een afgeschaduwd worden in onze eigen gemeentes. De focus moet op de heiligheid van God zijn, Zijn almacht en oneindig leven met een groot besef van Zijn glorie en onze kleinheid. 

De dieren lijken ook een verwijzing te zijn naar het leger van Israël dat verdeeld was onder vier kampen met hun eigen baniers. De Joodse traditie vertelt dat de leeuw, kalf (of os), adelaar en mens werden gebruikt voor hun banieren. 

De vier kampen vinden wij in Numeri 2. 

In het zuiden had je het kamp van Ruben, wiens naam letterlijk betekent: 'zie, een zoon'. 

Juda, die in Genesis bij de zegeningen van Jakob als een leeuw wordt vergeleken, was in het oosten.

In het westen Efraïm, wie in de zegeningen van Mozes in Deuteronomium 33 wordt vergeleken met een os. 

In het noorden had je Dan, wie dan moet vergeleken worden met een adelaar. De snelheid van een adder dat aanvalt in Genesis 49 waarmee Dan wordt vergeleken kan misschien hiernaar refereren.

Zo staan de vier dieren als vertegenwoordigers van deze vier kampen om de troon van God.

In Numeri 2, waar deze verdeling van Israël wordt gemaakt, wordt vooral gefocust op het idee dat dit een leger is wat verdeeld wordt in kampen. 

Hier wordt God dus afgebeeld als de Heere de heirscharen. Iemand met een groot leger. Hij heeft dominie over elk gebied of dit gebied ons nu doet denken aan een leeuw, adelaar, os of mens. Een wild dier, een vogel, vee of dat was in het beeld van God geschapen is. 

Hij heeft alle engelen onder zijn beschikking. En al deze elementen vinden we bovendien in God zelf terug. In Hem vinden wij de sterke leeuw, de koning van de dieren, terug. In Hem vinden wij het alziende oog en snelheid van de adelaar terug. In Hem vinden wij de kracht, maar ook nederigheid, van een os terug. En in Hem vinden wij de intelligentie van een mens. 
Maar al deze schepselen zijn slechts een schaduw van Hem.