Openbaring: De Boekrol

 Openbaring: Rechtvaardiging door Geloof

De Boekrol

Openbaring 5:1 En ik zag in de rechterhand van Hem Die op de troon zat, een boekrol, vanbinnen en vanbuiten beschreven, verzegeld met zeven zegels.

2. En ik zag een sterke engel, die met luide stem uitriep: Wie is het waard de boekrol te openen en zijn zegels te verbreken?

Wij vinden hier een boekrol vanbinnen en vanbuiten beschreven die verzegeld was. 

Later komen wij erachter dat Jezus zelf het waardig is deze boekrol te ontvangen en te openen. 

Deze 'waardigheid' wordt later meer uitgelegd:

Openbaring 5:12 En zij zeiden met luide stem: Het Lam Dat geslacht is, is het waard om de kracht te ontvangen, en rijkdom, wijsheid, sterkte, eer, heerlijkheid en dankzegging.

Het heeft dus te maken met het ontvangen van eer. 

Maar wat is dit boek dan?

Wij moeten onszelf weer in de tempel zetten. De tempel in de hemel werd verafschaduwd in de tempel op aarde. De ark van God moest de troon van God voorstellen in de hemel. 
Het voorhof met de glazen zee moest de aarde voorstellen waar er bekering hoort plaats te vinden.

Vinden wij ook een boekrol in de tempel?
Er is maar één boekrol bij de troon die wij in het oude testament terugvinden.

Het wetboek van Deuteronomium.

Er staat:

Deuteronomium 31:24 En het gebeurde, toen Mozes gereed was met het schrijven van de woorden van deze wet in een boek totdat zij voltooid waren,

25. dat Mozes de Levieten, die de ark van het verbond van de HEERE droegen, gebood:

26. Neem dit wetboek en leg het naast de ark van het verbond van de HEERE, uw God, zodat het daar is als getuige tegen u.

27. Want ikzelf ken uw ongehoorzaamheid en uw halsstarrigheid. Zie, terwijl ik heden nog bij u in leven ben, bent u al opstandig geweest tegen de HEERE; hoeveel te meer na mijn dood!

Hier vinden wij dus een boekrol naast de ark dat als een getuigenis tegen Gods volk was. 

In Deuteronomium 28 vinden wij ook vervloekingen en zegeningen voor het houden van de wet hiervan. 

Het is een grote uitleg van het oude verbond, maar tegelijkertijd betekent het een vloek voor de zondaar. Dit was de getuigenis tegen ons.

In Ezechiël vinden wij ook een boek vanbinnen en vanbuiten geschreven zoals in Openbaring dat een en al ellende bevat hoewel dit in een iets andere context is:

Ezechiël 2:9 Toen zag ik, en zie, er was een hand naar mij uitgestoken. En zie, daarin was een boekrol.

10. En Hij spreidde die voor mijn gezicht uit: hij was vanvoren en vanachteren beschreven. Er waren klaagliederen, zuchten en weeklachten op geschreven.

En hoewel deze boekrol voornamelijk dus een getuigenis tegen Israël was, is er in de hemel iets soortgelijks.
Maar er is nog een belangrijk aspect aan deze boekrol of getuigenis tegen ons dat vooral toepasselijk is op Openbaring 5.

Het was de bedoeling dat de koningen als zij op de troon zouden zitten dit boek ontvingen. En dit werd dan ook gegeven bij hun zalving:

Deuteronomium 17:14 Wanneer u in het land komt dat de HEERE, uw God, u geeft, en u dat in bezit neemt en erin woont, en u dan zegt: Ik wil een koning over mij aanstellen, zoals al de volken die rondom mij zijn,

18. Verder moet het zó zijn, als hij op de troon van zijn koninkrijk zit, dat hij voor zichzelf op een boekrol een afschrift van deze wet schrijft, vanuit de rol die onder het toezicht van de Levitische priesters is.

19. Dat moet bij hem zijn en hij moet er alle dagen van zijn leven in lezen om de HEERE, zijn God, te leren vrezen en om alle woorden van deze wet en deze verordeningen in acht te nemen door ze te houden,

20. opdat zijn hart zich niet verheft boven zijn broeders, opdat hij niet afwijkt van het gebod, naar rechts of naar links en opdat hij zijn dagen verlengt in zijn koninkrijk, hij en zijn zonen, te midden van Israël.

2 Koningen 11:12 Daarna bracht hij de zoon van de koning naar buiten, zette hem de diadeem op en gaf hem de getuigenis. Zij maakten hem koning en zalfden hem. Zij klapten in de handen en zeiden: Leve de koning!

Het ontvangen van deze boekrol heeft dus met koningschap te maken. Het heeft, zoals Openbaring 5 suggereert, te maken met het ontvangen van eer. De hele troonsopstelling van Openbaring 4 doet ons bovendien denken aan het koninkrijk.

Maar niemand was het waardig om deze boekrol te ontvangen en te openen.

Dit was niet slechts een koning over het kleine landje van Israël, maar een hemelse koning die Satan van de troon zou stoten. 

Niemand was het waardig, geen een schepsel, om dit te zijn. Niemand kon bovendien die vloeken wegnemen. 

Maar er was een uitzondering.