Openbaring: Naakt

 Openbaring: Rechtvaardiging door Geloof

Naakt

Openbaring 3:17 Want u zegt: Ik ben rijk en steeds rijker geworden en heb aan niets gebrek, maar u weet niet dat juist u ellendig, beklagenswaardig, arm, blind en naakt bent.

18. Ik raad u aan dat u van Mij goud koopt, gelouterd door het vuur, opdat u rijk wordt, en witte kleren, opdat u bekleed bent en de schande van uw naaktheid niet openbaar wordt. En zalf uw ogen met ogenzalf, opdat u zult kunnen zien.

Misschien wel de meest ernstige vermaning naar Laodicea die hier is, is dat van naaktheid.

In een vorige studie hebben wij het al gehad over deze naaktheid. 

Gekleed zijn in de Bijbel betekent meestal gerechtigheid hebben en dit is de betekenis dat het heeft in Openbaring. Soms gaat dit over ons karakter en soms over de gerechtigheid van Jezus dat ons bedekt en ons toegerekend wordt alsof dit van onszelf is:

Jesaja 61:10 Ik ben zeer vrolijk in de HEERE,

mijn ziel verheugt zich in mijn God,

want Hij heeft mij bekleed met de klederen van het heil,

de mantel van gerechtigheid heeft Hij mij omgedaan,

zoals een bruidegom zich bekleedt met priesterlijk hoofdsieraad,

en een bruid zich tooit met haar sieraden.

Openbaring 19:8 En het is haar gegeven zich met smetteloos en blinkend fijn linnen te kleden, want dit fijne linnen zijn de gerechtigheden van de heiligen.

Wanneer iemand naakt is, staat diegene ook beschaamd en geeft dit een gevoel dat we iets nodig hebben om onszelf te kleden. Dit is vooral het geval als we in de buurt van andere mensen zijn.

Zo is onze naaktheid in gerechtigheid ook voor God. Wanneer wij voor God staan in geloof of in werkelijkheid, dan voelen we ons gebrek en zonde en willen we het liefst grijpen naar elke vorm van gerechtigheid die we maar kunnen vinden. Vaak eindigt dit in zelfrechtvaardiging waar we onszelf goed voor doen of doen alsof een zonde niet zo erg is.

Laodicea, hoewel naakt, wil dit niet erkennen. Zij ziet dit niet en negeert dit nog. En wanneer die dag komt waar Jezus terugkomt, zal ze te laat haar naaktheid beseffen.

Maar zij die oprecht hun eigen ziel doorzoeken, zullen hun zondigheid beseffen en verlangen naar gerechtigheid of iets om hunzelf mee te kleden.

Deze mensen moeten verwezen worden naar de witte klederen die Jezus zelf heeft. 
Zijn gerechtigheid dat Hij hier op aarde heeft uitgeleefd, kan op onze naam gezet worden als wij hierin vertrouwen.

Dan, ook al zijn wij in onszelf wel naakt en zonder gerechtigheid, kunnen we in geloof toch weten dat God ons als gekleed ziet. 

Romeinen 4:5 Bij hem echter die niet werkt, maar gelooft in Hem Die de goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot gerechtigheid.

6. Zoals ook David de mens zalig spreekt aan wie God gerechtigheid toerekent, zonder werken:

7. Welzalig zijn zij van wie de ongerechtigheden vergeven, en van wie de zonden bedekt zijn,

8. welzalig is de man aan wie de Heere de zonde niet toerekent.

Zo heeft Laodicea deze 4 problemen; ze is ellendig, naakt, blind en arm. 
En dit is de wortel van haar probleem van lauwheid in haar liefde. Als dit verholpen wordt en de nadruk wordt gelegd in alle gemeentes op het medicijn voor deze problemen, dan zal er weer een vurigheid zijn. Hier, en nergens anders, moet onze nadruk op gelegd worden.

De gemeente van Laodicea van vandaag heeft dit nodig en het is hier waar de strijd om draait.