Openbaring: Vuile Kleren

 Openbaring: Rechtvaardiging Door Geloof

Vuile Kleren

Openbaring 3:4 Maar u hebt ook in Sardis enkele personen die hun kleren niet bevlekt hebben, en zij zullen met Mij wandelen in witte kleren, omdat zij het waard zijn.

In Sardis waren er sommigen die hun kleren niet bevlekt hebben. Zij hadden witte kleren en waren puur. In de context lijkt dit voornamelijk te gaan over hun werken:

Openbaring 3:1 En schrijf aan de engel van de gemeente in Sardis: Dit zegt Hij Die de zeven Geesten van God heeft en de zeven sterren: Ik ken uw werken, en weet dat u de naam hebt dat u leeft, maar u bent dood.

2. Wees waakzaam en versterk het overige dat dreigt te sterven, want Ik heb uw werken niet vol bevonden voor God.

Ze waren dood in hun werken. Hun werken ware niet vol bevonden voor God.

De kleren geven aan van hoe iemand eruit ziet. Hoe wordt iemand gezien door een ander persoon. Hoe wordt iemand gezien voor God?

God geeft ons de toegerekende gerechtigheid van Jezus die altijd al puur is.

Maar hiernaast wil Hij ook dat wij een nieuw karakter vormen en bewijs geven van ons geloof.

Kijk hoe Paulus het nieuwe leven beschrijft als voorbeeld:

Efeze 4:24 en u bekleedt met de nieuwe mens, die overeenkomstig het beeld van God geschapen is, in ware rechtvaardigheid en heiligheid.

25. Leg daarom de leugen af en spreek de waarheid, ieder tegen zijn naaste; wij zijn immers leden van elkaar.

26. Word boos, maar zondig niet; laat de zon niet ondergaan over uw boosheid,

27. en geef de duivel geen plaats.

28. Wie gestolen heeft, moet niet meer stelen, maar zich liever inspannen om met de handen goed werk te doen, om iets te kunnen delen met wie gebrek heeft.

29. Laat er geen vuile taal uit uw mond komen, maar wel iets goeds, wat nuttig is tot opbouw, opdat het genade geeft aan hen die het horen.

30. En bedroef de Heilige Geest van God niet, door Wie u verzegeld bent tot de dag van de verlossing.

31. Laat alle bitterheid, woede, toorn, geschreeuw en laster van u weggenomen worden, met alle slechtheid,

32. maar wees ten opzichte van elkaar vriendelijk en barmhartig, en vergeef elkaar, zoals ook God in Christus u vergeven heeft.

Dit is wat velen in Sardis misten al hadden ze een goede reputatie voor de mens. God oordeelt echter niet als een mens. 

Toch waren er een paar die hun kleren niet vervuild hadden. Een paar hadden niet slechts een belijdenis van geloof, maar hadden ook duidelijke vruchten van een oprecht geloof.

Zij zouden met Jezus zijn en met Hem wandelen. Zij waren waardig bevonden.

Hun werken zijn een bewijs van hun geloof. En op deze manier kunnen wij waardig bevonden geworden in verband met onze werken.

Zo horen wij dan onze klederen schoon te houden. Jezus is onze Bruidegom die spoedig terug komt. Willen wij dan in vuile kleren staan als Zijn bruid?