Openbaring: Jozua de Hogepriester

 Openbaring: Rechtvaardiging door Geloof

Jozua de Hogepriester

Openbaring 3:5 Wie overwint, zal bekleed worden met witte kleren en Ik zal zijn naam beslist niet uitwissen uit het boek des levens, maar Ik zal zijn naam belijden voor Mijn Vader en voor Zijn engelen.

In Zacharia vinden wij het beeld van de witte kleren terug. De context daar is dat de Joden net terug waren uit de ballingschap in een vreemd land. Ze zouden hersteld worden in Jeruzalem en het land van Juda. 

Maar ze hadden nog veel schuld op hen geladen. Gods volk had gezondigd en het was volkomen terecht dat God hen had gestraft. Ze verdienden het in feite helemaal niet om hersteld te worden. En hadden de huidige Joden zelf ook niet hun gebreken? Om deze reden besloot Satan het volk in de persoon van Jozua aan te klagen.

Zacharia 3:1 Daarna liet Hij mij de hogepriester Jozua zien, die voor het aangezicht van de Engel van de HEERE stond, terwijl de satan aan zijn rechterhand stond om hem aan te klagen.

Net als Jozua zal Gods volk aangeklaagd worden. Vlak voordat in het beloofde land hersteld zullen worden, het hemels Kanaän, zal Satan meer dan ooit pogingen wagen om ons aan te klagen. Hij weet dat zijn tijd kort is en wanneer wij dat hemels koninkrijk binnen zullen gaan, is zijn tijd voorbij.

Ook zal hij ons persoonlijk aanklagen. Hij zal onze gebreken en zondes vers voor onze ogen houden. En velen zullen in wanhoop vallen gelovende dat het te laat is.

Maar God denkt niet als Satan.

Zacharia 3:2 De HEERE zei echter tegen de satan: De HEERE zal u bestraffen, satan! De HEERE, Die Jeruzalem verkiest, zal u bestraffen. Is deze Jozua niet een stuk brandhout dat aan het vuur ontrukt is?

3. Nu was Jozua in vuile kleren gekleed, terwijl hij voor het aangezicht van de Engel stond.

4. Toen nam Hij het woord en zei tegen hen die voor Zijn aangezicht stonden: Trek hem de vuile kleren uit! Daarop zei Hij tegen hem: Zie, Ik heb uw ongerechtigheid van u weggenomen en zal u feestkleren aantrekken.

5. Vervolgens zei Ik: Laat hen een reine tulband op zijn hoofd zetten. Daarop zetten zij de reine tulband op zijn hoofd en trokken hem feestkleren aan, terwijl de Engel van de HEERE erbij stond.

Jozua wordt niet afgebeeld als iemand die helemaal geen zonde heeft. Hij wordt afgebeeld als iemand met vuile kleren. Hijzelf had de witte feestkleren niet kunnen verkrijgen. Bovendien kon hij zelf de beschuldigingen niet beantwoorden.

God zelf geeft ook geen excuus voor de zondes van Jozua. Hij praat het niet goed, want er is ook geen excuus voor.

Maar Hij deed de vuile kleren van Jozua weg en gaf hem die feestkleren en een reine tulband. Hij was als een stuk brandhout van het vuur gered.

De vuile kleren hier zijn aan Jezus gegeven. De feestkleren zijn bovendien met een dure prijs betaald. Jezus zelf gaf deze weg zodat wij bedekt kunnen worden in Gods ogen met Zijn gerechtigheid. 

Dit is het enige wat ons zal dekken in dat oordeel waar Jezus het over heeft tegen Sardis.

2 Korinthe 5:21 Want Hem Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid van God in Hem.

Satan, en bovendien de menselijke natuur, is absoluut niet geneigd tot vergeving. En het is vaak zo dat wij onze eigen wijze van denken op God toepassen. Wanneer we dan met het gewicht van onze schuld in de ogen komen, raken we in paniek. We geloven niet dat God ons zou vergeven, want dat zouden wijzelf ook niet zomaar doen. Dan proberen we onze schuld te verminderen of goed te praten. We proberen in wanhoop het goed te maken door goede werken te doen voor compensatie. 
En als we maar genoeg goede werken hebben gedaan, dan zal dit toch wel onze schuld betalen? 
Maar zij die oprecht zijn, zullen beseffen dat dit niet genoeg is. Onze schuld is oneindig en kan alleen betaald worden met het bloed van de zondaar. Onze vuile klederen zijn niet weg te wassen en we hebben geen geld voor nieuwe kleding.

Maar God is niet zoals wij. Zijn manier van denken is zó anders dan die van ons. Hijzelf is bereidt ons die reine klederen te geven en onze vuile klederen weg te doen. 

Waarom?
Omdat dit gewoon is wie Hij is. 
Als u mij niet gelooft (en terecht), geloof dan een meer zeker woord:

Jesaja 55:7 Laat de goddeloze zijn weg verlaten,

de man van ongerechtigheid zijn gedachten.

Laat hij zich bekeren tot de HEERE, dan zal Hij Zich over hem ontfermen,

tot onze God, want Hij vergeeft veelvuldig.

8. Want Mijn gedachten zijn niet uw gedachten,

en uw wegen zijn niet Mijn wegen,

spreekt de HEERE.

9. Want zoals de hemel hoger is dan de aarde,

zo zijn Mijn wegen hoger dan uw wegen

en Mijn gedachten dan uw gedachten.