Openbaring: Hart en Nieren

 Openbaring: Rechtvaardiging door Geloof

Hart en Nieren

Openbaring 2:20 Maar Ik heb enkele dingen tegen u: dat u de vrouw Izebel, die van zichzelf zegt dat zij een profetes is, ongemoeid haar gang laat gaan om te onderwijzen en Mijn dienstknechten te misleiden, zodat zij hoererij bedrijven en afgodenoffers eten.

21. En Ik heb haar tijd gegeven, opdat zij zich van haar hoererij zou bekeren, maar zij heeft zich niet bekeerd.

22. Zie, Ik werp haar te bed, en breng hen die overspel met haar plegen, in grote verdrukking, als zij zich niet bekeren van hun werken.

23. En haar kinderen zal Ik door de dood ombrengen, en alle gemeenten zullen weten dat Ik het ben Die nieren en harten doorzoekt, en Ik zal u geven eenieder naar uw werken.

Vandaag zullen we kijken naar deze 'nieren en hart' doorzoeken. 

Izebel noemde haarzelf een profetes. Zij bracht mensen tot hoererij of afgoderij. Maar deze duidelijke zondes worden in de kerk zelf zelden zonder een excuus gedaan.

Misschien had ze als excuus wel kunnen zeggen dat wat zij deed niet echt afgoderij was; dat ze deze goden niet echt aanbad. Ze had kunnen zeggen dat haar autoriteit als de koningin of profetes genoeg reden was om het toe te laten. Zij wist immers wel beter. Misschien zei ze dat het verbod op deze afgoderij niet meer geldt of dat er niet meer zo streng naar gekeken zou worden.

Door zulke uitspraken zou ze misschien haar zondes op vroomheid hebben doen lijken. Zo was het maar al te vaak:

Mattheüs 23:27 Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars, want u bent als de witgepleisterde graven, die vanbuiten wel mooi lijken, maar vanbinnen zijn ze vol doodsbeenderen en allerlei onreinheid.

28. Zo lijkt u ook wel vanbuiten rechtvaardig voor de mensen, maar vanbinnen bent u vol huichelarij en wetteloosheid.

Jesaja 29:13 De Heere zei:

Omdat dit volk tot Mij nadert met zijn mond

en zij Mij eren met hun lippen,

maar hun hart ver van Mij houden,

en hun vrees voor Mij

slechts een aangeleerd gebod van mensen is,

Deze mensen mogen met hun praatjes misschien veel mensen misleiden. Maar God wordt niet misleidt door hun schijn van nederigheid en dienst. Ze mogen zelfs hunzelf misleiden en oprecht denken dat ze goed bezig zijn, maar God ziet de hart en de nieren.

Wat zijn de hart en de nieren?

Het is naar dit waar God oordeelt. Wij zullen in een andere blog nog meer ingaan op waarom er geoordeeld wordt naar de werken, maar voor nu zullen wij ingaan op wat deze hart en nieren zijn.

De nieren waren in het Hebreeuwse idee de zetel van onze gevoelens en affecties (zie link).

Het hart, echter, was niet de zetel van deze gevoelens perse. Het hart bestond uit de diepste beredenering van de mens. Waarom doen we de dingen die we doen?

Hebreeën geeft hier een goed beeld op:

Hebreeën 4:12 Want het Woord van God is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard, en het dringt door tot op de scheiding van ziel en geest, van gewrichten en merg, en het oordeelt de overleggingen en gedachten van het hart.

13. En er is geen schepsel onzichtbaar voor Hem, maar alles ligt naakt en ontbloot voor de ogen van Hem aan Wie wij rekenschap hebben af te leggen.

Zo oordeelt God dus naar de hart en nieren. Men mag een mooie show maken van zijn zonde; zonde blijft zonde. De overtreding van de wet blijft de doodstraf verdienen. En ook voor deze zondes die wijzelf zo graag voor onszelf verborgen houden zoals een Izebel of waar wij het liever niet over hebben, worden door God gezien. Het zijn voor deze zondes waar Christus voor stierf en een ieder die ze belijdt, zal vergeving ontvangen.

God wil eenvoudigweg dat wij erkennen dat wij bij het foute eind zitten. Geen excuus zou uit ons mond moeten komen; hoor het woord van God en neem het aan zoals het er staat als God die zelf tot ons persoonlijk spreekt.

Wanneer God Izebel en haar kinderen zou oordelen, dan zou daaruit blijken dat een vorm van godsdienst niet genoeg is. God ziet de hart en nieren aan. 

Waarom willen wij God dienen? Is het om het kruis of slechts om de hel te ontkomen? 
Waarom vinden wij dat die kleine zondes niet zoveel uitmaken? Waarom zeggen wij de dingen die wij zeggen? Waarom doen wij de dingen die wij doen? 
Is dat vriendelijke woord gesproken voor vleierij of uit de hoop zelf een vriendelijk woord terug te krijgen? Maken wij excuses voor onze afgoden om onze afgoden te houden? 

Nog erger wordt het wanneer Gods ware volk verdrukt wordt. Er is altijd een excuus voor de verdrukker geweest en Izebel zal er ook vast wat hebben gehad. Er wordt dan verondersteld dat de ware christenen het probleem zijn en niet de zonde van Izebel in de kerk. 
Maar wat zeg Jeremia in zo'n zelfde situatie?

Jeremia 11:19 Ik was als een argeloos lam dat ter slachting wordt geleid, want ik wist niet dat zij tegen mij plannen bedachten, door te zeggen: Laten wij de boom met zijn vrucht te gronde richten, laten wij hem uit het land der levenden afhakken, zodat er aan zijn naam niet meer gedacht wordt.

20. Maar, HEERE van de legermachten, rechtvaardige Rechter,

U Die de nieren en het hart beproeft,

laat mij Uw wraak aan hen zien,

want aan U heb ik mijn rechtszaak bekendgemaakt.

Jeremia 20:12 HEERE van de legermachten, Die de rechtvaardige beproeft,

Die de nieren en het hart ziet,

laat mij Uw wraak op hen zien,

want ik heb mijn rechtszaak aan U bekendgemaakt.

God zelf zal dan de rechtszaak aannemen en het hart en de nieren doorgronden. En hij zal rechtvaardig oordelen. Wij hebben vaak moeite met goed oordelen, omdat wij het hart en de nieren niet kunnen zien. En dit is niet alleen maar om hiermee te zeggen dat we mensen niet te snel moeten oordelen alsof ze geen christenen zijn, want het omgekeerde is ook waar. Wij weten niet waarom een mens doet wat hij doet en vaak is de mens meer bedrieglijk in hun 'goede' werken dan wij denken. Wij zien mensen veel te snel als goed aan en zelfs onszelf. Maar zo zegt de Heere:

Jeremia 17:9 Arglistig is het hart, boven alles,

ja, ongeneeslijk is het, wie zal het kennen?

10. Ik, de HEERE, doorgrond het hart,

beproef de nieren,

en dat om ieder te geven overeenkomstig zijn wegen,

overeenkomstig de vrucht van zijn daden.

Jeremia 17:5 Zo zegt de HEERE:

Vervloekt is de man die vertrouwt op een mens,

en die een schepsel tot zijn arm stelt,

terwijl zijn hart van de HEERE afwijkt.

Laat ons dan uitkijken voor die bedrieglijke Izebels; of dit nu andere mensen zijn of in ons eigen hart.