Openbaring: Samuëls verschijning
Openbaring: Rechtvaardiging door Geloof
Samuëls verschijning
Laatste keer hebben wij gesproken over de doden en hoe we verboden zijn om met deze contact op te nemen. En hier had God goede redenen voor. De mens is geneigd de doden tot goden te verheffen en hoewel de doden helemaal niet leven, vertelt Paulus ons dat deze goden wel duivelen zijn. Het zijn helemaal geen échte goden óf doden, maar demonen. De Bijbel gebruikt de benaming 'goden' of 'doden' wel vaak, maar eigenlijk zijn ze dit niet:
1 Korinthe 10:19 Wat zeg ik hiermee dan? Dat een afgod iets is, of dat een afgodenoffer iets is?
20. Nee, ik zeg dit omdat wat de heidenen offeren, zij dat aan demonen offeren en niet aan God, en ik wil niet dat u met de demonen gemeenschap hebt.
Er is een goed voorbeeld hiervan in de Bijbel. En dat is het verhaal van koning Saul in Endor.
Saul was een koning van Israël. Hij was zelfs de eerste echte koning.
Zelf had hij duidelijke overwinningen gehad over hun nationale vijanden, de Filistijnen.
Samuël was een profeet in die tijd en stond aan de zijde van Saul. Deze Samuël had veel invloed en was een oprecht man.
Zelf had hij duidelijke overwinningen gehad over hun nationale vijanden, de Filistijnen.
Samuël was een profeet in die tijd en stond aan de zijde van Saul. Deze Samuël had veel invloed en was een oprecht man.
Als Saul het rechte pad op had blijven gaan, waar hij eerst écht op zat, had hij een goede regering kunnen houden. Maar helaas viel hij af. Hij volgde Gods duidelijke bevelen door Samuël niet op en hij viel zo ver zijn zelfrechtvaardiging dat hij geen echte bekering had. God verliet hem en vertelde Samuël dat David Sauls opvolger zou zijn.
David was een herder, maar werd al snel een belangrijk persoon. Hij werd naar het paleis van de onwetende Saul gebracht om daar met de harp voor hem te spelen in zijn stressvolle periode.
Deze David versloeg later de reus Goliath en werd snel een populaire militaire kracht of generaal die Saul overschaduwde. Saul hield hier niet van en probeerde David te doden waardoor David totdat Saul stierf vluchtte en van hem wegbleef.
Samuël stierf na dit conflict gezien te hebben en uiteindelijk kwam Saul in het nauw. De Filistijnen waren weer in optocht, David was er niet, Saul voelde zich door God en zijn volk verlaten en hij had hier geen goede hoop voor.
1 Samuel 28:5 Toen Saul het leger van de Filistijnen zag, was hij bevreesd en zijn hart beefde zeer.
6. En Saul raadpleegde de HEERE, maar de HEERE antwoordde hem niet; niet door dromen, niet door de urim, en ook niet door de profeten.
God zelf antwoordde Hem niet. Niet door dromen en ook niet door de profeten. De levende God had hem verlaten.
Bracht dit Saul tot ware bekering? Of nam hij zijn lot misschien nog aan dat hem wat eer in de ogen van de mensen had kunnen geven?
Nee. Saul zonk nog dieper.
Nee. Saul zonk nog dieper.
1 Samuel 28:7 Toen zei Saul tegen zijn dienaren: Zoek een vrouw voor mij die geesten van doden kan bezweren, zodat ik naar haar toe kan gaan en door haar raad kan vragen. Zijn dienaren zeiden tegen hem: Zie, er is in Endor een vrouw die geesten van doden bezweert.
Saul had zelf vroom deze hele dienst verboden gemaakt. God zelf had dit ook duidelijk verboden in de wet. Maar Sauls verstand leek hem niet meer te helpen en hij verwachtte serieus een antwoord te krijgen van God door een middel dat Hij zelf verboden had terwijl God Hem al op geen andere wijze had beantwoord. Sta hier even bij stil aangezien dit ons perspectief op het hele verhaal verandert. God sprak niet door Saul op enige wijze, dus het zou nu raar zijn als God wél door iemand sprak met iets wat Hijzelf had verboden.
Later vertelt de Bijbel ons dat dit de val van Saul verzegelde samen met een zonde die hij eerder had begaan:
1 Kronieken 10:13 Zo stierf Saul vanwege zijn trouwbreuk, die hij tegenover de HEERE had gepleegd, vanwege het woord van de HEERE, dat hij niet in acht had genomen, en ook omdat hij een dodenbezweerder had geraadpleegd,
14. en niet de HEERE had geraadpleegd. Daarom doodde Hij hem en liet Hij het koningschap overgaan op David, de zoon van Isaï.
Wie wilde Saul dan oproepen? Het was geen heidense dode of afgod dat hier wordt afgekeurd, maar een waar profeet van God. Hij wilde Samuël:
1 Samuel 28:8 Saul vermomde zich, trok andere kleren aan en ging op weg, en twee mannen met hem. Zij kwamen 's nachts bij de vrouw aan en hij zei: Voorzeg mij toch door de geest van een dode; roep voor mij op wie ik u zal zeggen.
9. Toen zei de vrouw tegen hem: Zie, u weet wat Saul gedaan heeft, dat hij de dodenbezweerders en de waarzeggers uit dit land heeft uitgeroeid. Waarom spant u dan een valstrik voor mijn leven, om mij te doden?
10. Saul zwoer haar bij de HEERE en zei: Zo waar de HEERE leeft, u zal om deze zaak geen straf overkomen.
11. Toen zei de vrouw: Wie zal ik voor u oproepen? En hij zei: Roep Samuel voor mij op.
12. Toen de vrouw Samuel zag, schreeuwde zij met luide stem. De vrouw zei tegen Saul: Waarom hebt u mij bedrogen? Want u bent Saul!
13. De koning zei tegen haar: Wees niet bevreesd, maar wat ziet u? Toen zei de vrouw tegen Saul: Ik zie een goddelijk wezen uit de aarde opkomen.
Hier zien we de heidense oorsprong van het contact met de doden opzoeken. De vrouw noemt 'Samuël' een goddelijk wezen dat uit de aarde opkomt. Saul zag Samuël zelf niet, maar de vrouw zag 'hem' wel.
Deze dode werd dus als een goddelijk wezen gezien. Laat ons met dit verhaal in ons achterhoofd houden dat de Bijbel herhalend zegt dat de goden van de heidenen demonen zijn.
Deze 'Samuël' bracht Saul tot complete wanhoop. Zijn lot was verzegeld en Satan had nu volledige controle over Saul. De vrouw vertelde Saul wat ze zag en hij wist dat het Samuel moest voorstellen en nam het zo op van zijn perspectief.
1 Samuel 28:14 Hij zei tegen haar: Wat is zijn gestalte? Zij zei: Er komt een oude man op, en hij heeft een mantel om. Toen wist Saul dat het Samuel was. Hij knielde met zijn gezicht ter aarde en hij boog zich neer.
15. Samuel zei tegen Saul: Waarom hebt u mijn rust verstoord door mij op te roepen? Toen zei Saul: Ik ben in grote nood, want de Filistijnen strijden tegen mij en God is van mij weggegaan: Hij antwoordt mij niet meer, niet door de dienst van de profeten, en ook niet door dromen. Daarom heb ik u geroepen, om mij te laten weten wat ik doen moet.
16. Toen zei Samuel: Waarom raadpleegt u míj dan, als de HEERE van u weggegaan is en uw vijand geworden is?
17. Want de HEERE heeft gedaan zoals Hij door mijn dienst gesproken heeft: Hij heeft het koninkrijk van uw hand gescheurd en dat aan uw naaste gegeven, aan David.
18. Omdat u niet naar de stem van de HEERE geluisterd hebt, en Zijn brandende toorn niet uitgevoerd hebt tegen Amalek, daarom heeft de HEERE u dit heden aangedaan.
19. En de HEERE zal mét u ook Israël in handen van de Filistijnen geven, en morgen zullen u en uw zonen bij mij zijn; ook zal de HEERE het leger van Israël in handen van de Filistijnen geven.
20. Toen viel Saul onmiddellijk op de grond, zo lang als hij was, en hij was zeer bevreesd vanwege de woorden van Samuel. Ook was er geen kracht in hem, omdat hij de hele dag en de hele nacht geen voedsel tot zich genomen had.
En zo was de voorspelbare einde van Saul.
Deze gebeurtenis geeft ons het besef van welke machten er allemaal spelen in de wereld. Veel christenen zien de goden of doden van andere religies als niets. Maar juist deze mensen zijn extra kwetsbaar voor de wonderen en verschijningen van demonen. Er moet een goed besef zijn van waar we mee te maken hebben. We hebben niet slechts te maken met de president, de slechte pastor of de terrorist. We hebben te maken met demonen machtiger dan wij. Het contact proberen te zoeken met de doden mag voor velen vruchteloos zijn, maar als Satan het wil en God het toelaat, is dit een perfecte kans om zijn macht uit te oefenen. Hij komt in de vorm van een engel des lichts. Misschien in de vorm van een grote god, misschien in een oude bekende die al lang dood was. Maar hij zal alles doen om ons van de levende Christus weg te halen.
Maar zij die vast staan op de wet en de profeten zullen hiervoor niet vallen. Zij zullen vertrouwen op God en de goede strijd van het geloof strijden.
Maar zij die vast staan op de wet en de profeten zullen hiervoor niet vallen. Zij zullen vertrouwen op God en de goede strijd van het geloof strijden.
Laat ons zo zijn.
Reacties
Een reactie posten