Openbaring: Nieuw Jeruzalem
Openbaring: Rechtvaardiging door Geloof
Door de hele Bijbel heen is er een thema van dat Gods volk uit een land moet worden gehaald waar ze in ballingsschap leven om terug te gaan naar hun eigen land met de hoofdstad Jeruzalem.
Abraham kwam uit zijn eigen land om naar Kanaän te gaan.
Israël kwam uit Egypte om Kanaän in bezet te nemen.
Israël kwam uit Egypte om Kanaän in bezet te nemen.
De Joden kwamen uit Babylonië om terug te gaan en Jeruzalem te herbouwen.
Maar dit zijn slechts voorbeelden en schaduwen van een grotere gebeurtenis aan het eind.
Daar ging het om aardse steden en koninkrijken, maar hier om een eeuwig koninkrijk met een hemelse hoofdstad Nieuw Jeruzalem. Dan zou Gods volk, de gelovigen, uit ballingsschap van deze aarde worden weggenomen naar hun ware thuis.
Daar ging het om aardse steden en koninkrijken, maar hier om een eeuwig koninkrijk met een hemelse hoofdstad Nieuw Jeruzalem. Dan zou Gods volk, de gelovigen, uit ballingsschap van deze aarde worden weggenomen naar hun ware thuis.
Zo was het al in het oude testament de grote hoop van de gelovigen:
Hebreeën 11:8 Door het geloof is Abraham, toen hij geroepen werd, gehoorzaam geweest om weg te gaan naar de plaats die hij tot een erfdeel ontvangen zou. En hij is weggegaan zonder te weten waar hij komen zou.
9. Door het geloof is hij een inwoner geweest in het land van de belofte als in een vreemd land en heeft hij in tenten gewoond, met Izak en Jakob, die mede-erfgenamen waren van dezelfde belofte.
10. Want hij verwachtte de stad die fundamenten heeft, waarvan God de Ontwerper en Bouwer is.
13. Deze allen zijn in het geloof gestorven. Zij hebben de vervulling van de beloften niet verkregen, maar hebben die vanuit de verte gezien en geloofd en begroet, en zij hebben beleden dat zij vreemdelingen en bijwoners op de aarde waren.
14. Want wie zulke dingen zeggen, laten duidelijk blijken dat zij een vaderland zoeken.
15. En als zij aan het vaderland gedacht hadden vanwaaruit zij weggegaan waren, zouden zij gelegenheid gehad hebben om terug te keren.
16. Maar nu verlangen zij naar een beter, dat is naar een hemels vaderland. Daarom schaamt God Zich niet voor hen om hun God genoemd te worden. Want Hij had voor hen een stad gereedgemaakt.
In Openbaring is de focus constant op dit Nieuw Jeruzalem wie de 'moeder' of hoodstad is van alle gelovigen; Jood en Griek:
Galaten 4:24 Deze dingen hebben een zinnebeeldige betekenis; want deze vrouwen zijn de twee verbonden: het ene, dat van de berg Sinaï, dat kinderen voortbrengt voor de slavernij, dat is Hagar.
25. Want deze Hagar is de berg Sinaï in Arabië, en komt overeen met het huidige Jeruzalem, dat met haar kinderen in slavernij is.
26. Maar het Jeruzalem dat boven is, is vrij, en dat is de moeder van ons allen.
In Openbaring 20 is het dan ook Nieuw Jeruzalem dat werd omsingeld door die volkeren. Dit was op de aarde zoals vers 9 van Openbaring 20 zegt. Op de aarde werden ze dan ook opgebrand door vuur dat uit de hemel kwam en wordt afgebeeld als en vuurpoel waar men in werd gegooid.
In Openbaring 21 wordt deze stad met alle glorie onthuld. Het getal 12 en 144 komt vaak terug; het is van Gods volk. Maar laten wij gewoon de verzen hier plakken zodat de lezer zelf een indruk kan krijgen van hoe deze stad zal zijn:
Openbaring 21:9 En een van de zeven engelen die de zeven schalen hadden, vol van de zeven laatste plagen, kwam naar mij toe en hij sprak met mij en zei: Kom, ik zal u de bruid, de vrouw van het Lam, laten zien.
10. En hij voerde mij weg in de geest op een grote en hoge berg en liet mij de grote stad zien, het heilige Jeruzalem, dat neerdaalde uit de hemel, bij God vandaan.
11. Zij had de heerlijkheid van God, en haar uitstraling was als een zeer kostbare edelsteen, als een kristalheldere steen jaspis.
12. Zij had een grote en hoge muur met twaalf poorten, en bij die poorten twaalf engelen. Ook waren er namen op geschreven, namelijk van de twaalf stammen van de Israëlieten.
13. Drie poorten op het oosten, drie poorten op het noorden, drie poorten op het zuiden, en drie poorten op het westen.
14. En de muur van de stad had twaalf fundamenten met daarop de twaalf namen van de twaalf apostelen van het Lam.
15. En hij die met mij sprak, had een gouden meetlat om de stad op te meten, en haar poorten, en haar muur.
16. En de stad lag daar als een vierkant, haar lengte was even groot als haar breedte. En hij mat de stad met de meetlat op: twaalfduizend stadiën. Haar lengte, breedte en hoogte waren gelijk.
17. En hij mat haar muur op: honderdvierenveertig el, een mensenmaat, die ook de maat van een engel is.
18. En het bouwmateriaal van de muur was jaspis en de stad was zuiver goud, gelijk aan zuiver glas.
19. En de fundamenten van de muur van de stad waren met allerlei edelgesteente versierd. Het eerste fundament was jaspis, het tweede saffier, het derde chalcedon, het vierde smaragd,
20. het vijfde onyx, het zesde sardius, het zevende chrysoliet, het achtste beril, het negende topaas, het tiende chrysopraas, het elfde hyacint, het twaalfde amethist.
21. En de twaalf poorten waren twaalf parels. Elke poort apart bestond uit één parel, en de straat van de stad was zuiver goud, als doorzichtig glas.
22. Ik zag geen tempel in haar, want de Heere, de almachtige God, is haar tempel, en het Lam.
23. En de stad heeft de zon en de maan niet nodig om haar te beschijnen, want de heerlijkheid van God verlicht haar, en het Lam is haar lamp.
24. En de naties die zalig worden, zullen in haar licht wandelen, en de koningen van de aarde brengen hun heerlijkheid en eer erin.
25. En haar poorten zullen overdag nooit gesloten worden, want daar zal geen nacht zijn.
26. En zij zullen de heerlijkheid en de eer van de naties daarin brengen.
27. Al wat onrein is, zal er niet inkomen, en ook niemand die zich bezighoudt met gruwelen en leugens, maar alleen zij die geschreven zijn in het boek des levens van het Lam.
Het Nieuw Jeruzalem was voor Gods volk. God was haar licht.
Alle heerlijkheid en eer van de naties en koningen zouden daar worden gebracht. Wie zijn de koningen dan nu? Het is niemand minder dan de koningen in Openbaring 20 die oordelen over de wereld; Gods volk. Hij heeft ons tot koningen gemaakt.
Dit is de hoofdstad van een échte utopia. Maar het komt niet van die oude wereld, want dat kan het ook niet. Die wereld moest verwoest worden. Nee, het komt uit de hemel en alles is nieuw gemaakt.
Dan zal in vervulling gaan:
Psalm 37:9 Want de kwaaddoeners zullen uitgeroeid worden,
maar wie de HEERE verwachten,
die zullen de aarde bezitten.
29. De rechtvaardigen zullen de aarde bezitten
en voor eeuwig daarop wonen.
30. De mond van de rechtvaardige brengt wijsheid tot uiting, pe
zijn tong spreekt het recht.
31. De wet van zijn God is in zijn hart;
zijn schreden wankelen niet.
34. Wacht op de HEERE koph
en houd u aan Zijn weg.
Dan zal Hij u verheffen om de aarde te bezitten;
u zult zien dat de goddelozen worden uitgeroeid.
Zo zal het dan zijn. Maar dit volk van elke natie en tong, deze koningen, zijn hier niet vanwege hun eigen werken. Het is waar dat die werken hier beloond worden. Ze zullen de resultaten van hun werk zien.
Maar ze wonen niet in deze stad door een verdienste van hunzelf. Zij hebben zich inderdaad bekeerd en hebben in Christus vertrouwt. Ze hadden een karakter als die van Hem ontwikkeld op aarde door geloof en nu was de zonde compleet uitgeroeid doordat elke verleiding was weggenomen en omdat ze een nieuw lichaam hebben gekregen, maar als ze geoordeeld zouden worden voor hun eigen werken, dan zouden ze nog schuldig staan voor wat ze hadden gedaan.
Dan, en alleen dan, zal duidelijk worden hoeveel het kostte voor Jezus om Zijn troon te verlaten voor ons en dan zal het duidelijk worden wat Hij eigenlijk voor ons heeft gekocht.
Hij werd het verderf waarvan wij een deel van hebben gesmaakt in zonde zodat wij de glorie kunnen hebben die we nog nooit gesmaakt hebben.
Reacties
Een reactie posten