Openbaring: Maar Ze Bekeerden zich niet
Openbaring: Rechtvaardiging door Geloof
Maar Ze Bekeerden zich niet
Wij hebben twee ernstige bazuinen gezien al. Het jammerlijke is dan ook dat dit niet tot bekering heeft geleidt:
Openbaring 9:20 En de overige mensen, die niet door deze plagen werden gedood, bekeerden zich niet van de werken van hun handen; zij bleven de demonen aanbiddenen de gouden, zilveren, koperen, stenen en houten afgoden, die niet kunnen zien, horen of lopen.
21. Ook bekeerden zij zich niet van hun moorden, hun tovenarij, hun ontucht en het plegen van diefstal.
Zij zagen dit alles, maar wilden zich niet bekeren ondanks deze plagen.
Aangezien de bazuinen, vooral deze, zo'n duidelijk voorproefje zijn van het laatste oordeel kunnen we dit ook daar op toepassen.
Bij het laatste oordeel, de zeven plagen later in Openbaring en de wederkomst met alles hieromheen, zullen velen de gevolgen van hun zonde moeten ondergaan. Het oordeel van God wordt op hun uitgegoten, maar ze willen zich niet bekeren.
Ze houden van hun afgoderij, maar hun goden zijn niet anders dan denkbeelding of de demonen zelf. Of het is niet meeer dan goud en zilver dat niets kan zien en zeggen.
Hier lijken ze nog niet echt te beseffen wat ze aan het doen zijn en bedriegen ze zichzelf nog. Maar wanneer Jezus terugkomt met die ogen van vuur, dan zal een ieder zijn zonde meer dan ooit beseffen en zal elke knie buigen.
Maar zelfs dan vind er geen echte bekering plaats.
Er staat:
2 Korinthe 7:9 Nu verblijd ik mij, niet omdat u bedroefd bent geweest, maar omdat u bedroefd bent geweest tot bekering. Want u bent bedroefd geweest overeenkomstig de wil van God, zodat u in geen enkel opzicht door ons schade hebt geleden.
10. Want de droefheid die overeenkomstig de wil van God is, brengt een onberouwelijke bekering tot zaligheid teweeg, maar de droefheid van de wereld brengt de dood teweeg.
Er is een droefigheid in verband met zonde dat niet tot bekering en leven is, maar tot de dood.
Ezau had zijn eerstgeborterecht verkocht en had hier later grote spijt van, maar het deed niet veel.
Zij die alleen maar spijt hebben van zonde vanwege de gevolgen hiervan, snappen het nog niet. Dit is geen bekering.
Ware bekering krijgt een afkeer van zonde omdat het beseft hoe verkeerd zonde op zichzelf is. Het haat zonde, omdat het God liefheeft en vertrouwt.
Soms is het zo dat God ons inderdaad straft om ons Hem weer te doen zoeken en ons te laten realiseren hoe afhankelijk we van Hem zijn. Soms laat Hij toe dat we de gevolgen van zonde zien, zodat we er niet door bedrogen worden.
Maar uiteindelijk moet ware bekering komen van de liefde van God. Hoe meer wij Hem kennen door geloof, hoe meer wij zonde haten.
Het laatste oordeel zal de hardheid van mensen openbaren. Het zal laten zien dat straf niets doet. Farao van Egypte is een ander bewijs hiervan.
Door een oordeel te zenden, verhardt God slechts hun hart wat zal leiden tot hun vernietiging. Maar zelfs deze vernietiging zal Gods reputatie alleen maar verhogen en in het juiste licht zetten.
Van wat horen wij ons dan te bekeren?
Openbaring noemt afgoderij, moord, tovenarij, ontucht en diefstal. Gods wet eist dat wij het tegenovergestelde doen met heel ons hart, ziel en verstand. Als we iets in onze hart, ziel of verstand binnenlaten van deze principes, dan is dat zonde en de overtreding van de wet. Zij die zonde doen, verdienen niets minder dan de doodstraf en zullen het oordeel niet ontsnappen.
Openbaring noemt afgoderij, moord, tovenarij, ontucht en diefstal. Gods wet eist dat wij het tegenovergestelde doen met heel ons hart, ziel en verstand. Als we iets in onze hart, ziel of verstand binnenlaten van deze principes, dan is dat zonde en de overtreding van de wet. Zij die zonde doen, verdienen niets minder dan de doodstraf en zullen het oordeel niet ontsnappen.
Christus aan het kruis bewijst dit.
Jeremia 3:12 Ga deze woorden prediken tegen het noorden, en zeg:
Keer terug, afvallig Israël, spreekt de HEERE,
Mijn aangezicht is tegenover u niet betrokken,
want Ik ben goedertieren, spreekt de HEERE,
Ik handhaaf Mijn toorn niet voor eeuwig.
13. Alleen, erken uw ongerechtigheid,
want u bent tegen de HEERE, uw God, in opstand gekomen,
en u hebt zich in alle richtingen verspreid op zoek naar de vreemden, onder elke bladerrijke boom,
maar u hebt niet geluisterd naar Mijn stem, spreekt de HEERE.
Jeremia 44:4 Ik zond tot u al Mijn dienaren, de profeten, vroeg en laat, om te zeggen: Doe deze gruwelijke zaak toch niet, die Ik haat.
5. Maar zij hebben niet geluisterd en hebben hun oor niet geneigd door zich van hun slechtheid te bekeren door geen reukoffers meer te brengen aan andere goden.
Reacties
Een reactie posten