Openbaring: Geen Tijd Meer

 Openbaring: Rechtvaardiging door Geloof

Geen Tijd Meer

Openbaring 10:3 En Hij riep met een luide stem, zoals een leeuw brult. En toen Hij geroepen had, lieten de zeven donderslagen hun stemmen horen.
4. En toen de zeven donderslagen hun stemmen hadden laten horen, stond ik op het punt ze op te schrijven. Maar ik hoorde een stem uit de hemel tegen mij zeggen: Verzegel wat de zeven donderslagen gesproken hebben en schrijf dat niet op.
5. En de Engel Die ik op de zee en op de aarde zag staan, hief Zijn hand op naar de hemel,
6. en Hij zwoer bij Hem Die leeft in alle eeuwigheid, Die de hemel heeft geschapen met wat daarin is, de aarde met wat daarop is en de zee met wat daarin is, dat er geen tijd meer zou zijn.
7. Maar in de dagen van de stem van de zevende engel, wanneer die op de bazuin zal blazen, zal ook het geheimenis van God volbracht worden, zoals Hij aan Zijn dienstknechten, de profeten, verkondigd heeft.

We weten niet wat de zeven donderslagen gesproken hadden. Maar we kunnen van één ding zeker zijn.
Het heeft te maken met die zevende engel, de zevende bazuin waar eindelijk het 'geheimenis' van God zal volbracht worden. Alles zou dan in vervulling gaan wat de profeten verkondigd hadden.
Het gaat over niets minder dan dat moment waar er stilte zal zijn in de hemel vanwege het oordeel van God. Het tijdstip voor God om te oordelen zou zijn aangekomen.
Het is niets minder dan de wederkomst en het laatste oordeel. De laatste fase van de strijd tussen Christus en Satan. En ook een oordeel in de hemel zelf waar wij het nog over zullen hebben.
De Sterke Engel belooft hier, in de zesde zegel nog, dat er geen tijd meer zou zijn. 
Christus geeft hier een belangrijke boodschap in de vorm van een Engel dat er geen tijd meer was. 
De zeven donderslagen spraken waarschijnlijk iets in verband met dit. Het is aannemelijk dat dit gaat over het tijdstip van wanneer Jezus terugkomt dat niemand weet totdat Hij zal komen.
Maar Christus had zelf gebruld en deze profetie heeft dus alles te maken met Zijn wederkomst en de laatste dagen.
En, zoals we in onze vorige blog zagen, als God zelf brult, wie zal dan niet profeteren?
In Daniël 2 vinden we dit woord 'geheimenis' terug in de Griekse vertaling van het oude testament die de Apostelen ook al gebruikten. 
Daniël is dat hoofdstuk waar het standbeeld zien dat de verschillende koninkrijken door de tijd betekenen. 
Het gouden hoofd stond voor Babylon. De zilveren borst en armen waren de Meden en Perzen. De benen van brons waren de Grieken. En als laatst krijgen we de ijzeren monarchie van de Romeinen die de Grieken weer overnamen.
Dit wordt omschreven in Daniël 2 en in Daniël 7 in meer detail.
Wij hebben het hier over gehad en toen, net als nu, hebben wij de voeten gemengd van klei met ijzer eruit gelaten voor later.
Vóór Daniël het visioen van Nebukadnezar (die dit allemaal zag) uitlegde, zei hij:

Daniël 2:27 Daniël antwoordde in de tegenwoordigheid van de koning en zei: De verborgenheid die de koning vraagt, kunnen wijzen, bezweerders, magiërs en toekomstvoorspellers de koning niet te kennen geven.
28. Maar er is een God in de hemel Die verborgenheden openbaart. Hij heeft koning Nebukadnezar laten weten wat er in later tijd gebeuren zal. Uw droom en de visioenen die u voor ogen kwamen op uw bed, zijn deze:
29. Terwijl u, o koning, op uw bed lag, kwamen er gedachten in u op over wat hierna gebeuren zal. En Hij Die de verborgenheden openbaart, heeft u laten weten wat er gebeuren zal.
30. Mij nu, aan mij is deze verborgenheid geopenbaard, niet door een wijsheid die in mij is boven alle levenden, maar daarom dat men de koning de uitleg ervan zou laten weten en dat u de gedachten van uw hart zou weten.

Wat is het einde van deze verborgenheid?
Een grote steen zou het beeld vernietigen en een groot koninkrijk worden.
Het Koninkrijk van God zou alles overnemen. 
Dit is waar het naartoe gaat.
Daniel zelf wordt als een verzegeld boek omschreven waarover de kennis zou toenemen in de laatste dagen.
De parallel in Daniel 12 is overduidelijk:

Daniël 12:4 Maar u, Daniël, houd deze woorden geheim en verzegel dit boek tot de tijd van het einde. Velen zullen het onderzoeken en de kennis zal toenemen.
5. En ik, Daniël, zag, en zie, er stonden twee anderen, de één hier op de oever van de rivier, en de ander aan de overkant op de oever van de rivier.
6. De één zei tegen de Man gekleed in linnen, Die Zich boven het water van de rivier bevond: Hoelang duurt het nog voordat er een einde komt aan deze wonderlijke dingen?
7. Toen hoorde ik de Man gekleed in linnen, Die Zich boven het water van de rivier bevond, en Hij hief Zijn rechter- en Zijn linkerhand op naar de hemel en zwoer bij Hem Die eeuwig leeft: Na een vastgestelde tijd, vastgestelde tijden en een helft, wanneer Hij er een einde aan gemaakt zal hebben om de macht van het heilige volk stuk te slaan, zal er aan al deze dingen een einde komen.

8. Ik echter, ik hoorde het wel, maar ik begreep het niet. En ik zei: Mijn Heere, wat zal het einde hiervan zijn?
9. Toen zei Hij: Ga heen, Daniël, want deze woorden blijven geheim en verzegeld tot de tijd van het einde.

Het gaat dus over de laatste gebeurtenissen waarover in Daniël gesproken was. 

Reacties

Populaire posts van deze blog

Hoe Word Ik Gered?

Openbaring: Wie Overwint...

Openbaring: Maar Ze Bekeerden zich niet