Openbaring: Bruiloft

 Openbaring: Rechtvaardiging door Geloof

Bruiloft

Openbaring 19:6 En ik hoorde zoiets als een geluid van een grote menigte en als een gedruis van vele wateren en een geluid als van zware donderslagen: Halleluja, want de Heere, de almachtige God, is Koning geworden.
7. Laten wij blij zijn en ons verheugen en Hem de heerlijkheid geven, want de bruiloft van het Lam is gekomen en Zijn vrouw heeft zich gereedgemaakt.
8. En het is haar gegeven zich met smetteloos en blinkend fijn linnen te kleden, want dit fijne linnen zijn de gerechtigheden van de heiligen.
9. En hij zei tegen mij: Schrijf: Zalig zijn zij die geroepen zijn tot het avondmaal van de bruiloft van het Lam. En hij zei tegen mij: Dit zijn de waarachtige woorden van God.
10. En ik viel voor zijn voeten neer om hem te aanbidden, maar hij zei tegen mij: Pas op dat u dat niet doet! Ik ben een mededienstknecht van u en van uw broeders, die het getuigenis van Jezus hebben. Aanbid God. Het getuigenis van Jezus is namelijk de geest van de profetie.

Het moment van de bruiloft is eindelijk gekomen. Hij is koning geworden. Alles zal nu toegepast worden wat door Jezus wettelijk 2000 jaar geleden is gedaan.
De wederkomst wordt beschreven als een bruiloft. Jezus en de heiligen, of Nieuw Jeruzalem, worden weer één. Ze komen weer bij elkaar na een lange scheiding.
Jezus wandelt op dit moment door de Heilige Geest als vertegenwoordiger onder Zijn volk, maar Hij is er niet fysiek en zichtbaar.
Hij heeft geduldig en nederig van hart en wenst over het algemeen dat mensen Hem zoeken uit eigen keuze zonder die grote wonderen of zichtbare dingen. De rechtvaardige zal door geloof leven.
Maar nu is het klaar.
Toen de discipelen van Johannes twist kregen met de discipelen van Jezus, over wie Johannes juist had gesproken, gebeurde er dit:

Johannes 3:26 En zij gingen naar Johannes en zeiden tegen hem: Rabbi, Hij Die bij u was aan de overkant van de Jordaan, van Wie u getuigenis gaf, zie, Hij doopt en allen komen bij Hem.
27. Johannes antwoordde en zei: Een mens kan niets aannemen, als het hem niet uit de hemel gegeven is.
28. U bent zelf mijn getuigen dat ik gezegd heb: Ik ben de Christus niet, maar ik ben voor Hem heen uitgezonden.
29. Wie de bruid heeft, is de Bruidegom, maar de vriend van de Bruidegom, die erbij staat en hem hoort, verblijdt zich zeer over de stem van de Bruidegom. Deze blijdschap van mij nu is volkomen geworden.
30. Hij moet meer worden, maar ik minder.

Johannes de Doper was in volledige harmonie met de geest van de profetie. Hij werd minder, maar Jezus meer. Hij was gewoon blij dat de Bruidegom bij zijn bruid was en mensen naar Hem kwamen om één met Hem te worden en hunzelf met Hem te verbinden. 
Zo zullen zij die getuigen van Jezus zijn. De geest van de profetie, het hele Openbaring, is om naar Jezus te wijzen. Niet om naar onszelf te wijzen, of naar engelen of naar enig ander schepsel. God alleen zal dan verheerlijkt zijn en de glorie van de mens zal in het stof gelegd worden.
Maar tegelijkertijd vinden we onze waarde in de waarde die de Bruidegom in ons stelt. 
Nu is er een roeping tot die bruiloft en een ieder die wil komen, mag komen. Zij zijn tegelijkertijd de uitgenodigden en de bruid als burger van Nieuw Jeruzalem.
Maar velen nemen deze uitnodiging in onverschilligheid niet aan. Ze zien weinig van God, in hun mening, en besluiten er ook niet veel aan te doen. Zij hebben teveel andere dingen aan hun hoofd om zich bezig te houden met zo'n bruiloft. Maar ze begrijpen niet hoe weinig die andere dingen uitmaken vergeleken met deze bruiloft.
Salomo schreef het boek Prediker dat gaat over de nutteloosheid van het leven hier op aarde.
Maar hij schreef ook het Hooglied of 'het lied der liederen' wat gaat over een bruiloft.
Dit zijn de twee dingen die wij voor ons hebben.

Mattheüs 22:1 En Jezus antwoordde en sprak opnieuw tot hen door gelijkenissen, en zei:
2. Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan een zeker koning die voor zijn zoon een bruiloft bereid had,
3. en hij stuurde zijn dienaren eropuit om de genodigden voor de bruiloft te roepen. Maar zij wilden niet komen.
4. Opnieuw stuurde hij dienaren eropuit, andere, en hij zei: Zeg tegen de genodigden: Zie, ik heb mijn middagmaal gereedgemaakt; mijn ossen en de gemeste dieren zijn geslacht, en alle dingen zijn gereed. Kom naar de bruiloft.
5. Maar zij sloegen er geen acht op en gingen weg, de één naar zijn akker, de ander naar zijn zaken.
6. En de anderen grepen zijn dienaren, behandelden hen smadelijk en doodden hen.
7. Toen de koning dat hoorde, werd hij boos. En hij stuurde zijn legers, bracht die moordenaars om en stak hun stad in brand.
8. Toen zei hij tegen zijn dienaren: De bruiloft is wel bereid, maar de genodigden waren het niet waard.
9. Ga daarom naar de kruispunten van de landwegen en nodig er voor de bruiloft zovelen uit als u er maar zult vinden.
10. En die dienaren gingen naar de wegen, verzamelden allen die zij vonden, zowel slechte als goede mensen; en de bruiloftszaal werd gevuld met gasten.
11. Toen de koning naar binnen was gegaan om de gasten te overzien, zag hij daar iemand die niet gekleed was in bruiloftskleding.
12. En hij zei tegen hem: Vriend, hoe bent u hier binnengekomen terwijl u geen bruiloftskleding aan hebt? En hij zweeg.
13. Toen zei de koning tegen de dienaars: Bind hem aan handen en voeten, neem hem mee en werp hem uit in de buitenste duisternis; daar zal gejammer zijn en tandengeknars.
14. Want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Hoe Word Ik Gered?

Openbaring: Maar Ze Bekeerden zich niet

Openbaring: Wie Overwint...