Openbaring: Voor het Aangezicht des Heere
Openbaring: Rechtvaardiging door Geloof
Voor het Aangezicht des Heere
De dingen die in de zesde zegel voorzegd zijn, zijn allemaal verbonden aan het feit dat God zelf zal komen en alles vernietigd zal worden voor Zijn aangezicht. Ze gaan eraan vooraf of gaan ermee samen.
Hier een paar voorbeelden:
Hier een paar voorbeelden:
Jesaja 64:1 Och, dat U de hemel zou openscheuren, dat U zou neerdalen,
dat de bergen voor Uw aangezicht zouden wegsmelten,
3. Toen U ontzagwekkende dingen deed, die wij niet verwachtten,
daalde U neer; voor Uw aangezicht smolten de bergen weg.
Nahum 1:5 De bergen beven voor Hem, he
de heuvels smelten weg,
de aarde rijst op voor Zijn aangezicht, waw
de wereld met al zijn bewoners.
6. Wie kan standhouden voor Zijn gramschap? zain
Wie kan te midden van Zijn brandende toorn opstaan?
Zijn grimmigheid is uitgegoten als vuur, cheth
de rotsen worden door Hem stukgebroken.
Psalm 18:8 Toen daverde en beefde de aarde,
de fundamenten van de bergen sidderden en daverden,
omdat Hij in toorn ontstoken was.
Psalm 144:5 Buig Uw hemel, HEERE, en daal neer,
raak de bergen aan, zodat zij roken.
6. Slinger Uw bliksem en verspreid hen,
schiet Uw pijlen af en breng hen in verwarring.
7. Steek Uw handen uit van omhoog,
bevrijd mij en ontruk mij aan de grote wateren,
uit de hand van vreemdelingen;
2 Petrus 3:7 Maar de hemelen die er nu zijn, en de aarde, zijn door hetzelfde Woord als een schat weggelegd en worden voor het vuur bewaard tot de dag van het oordeel en van het verderf van de goddeloze mensen.
10. Maar de dag van de Heere zal komen als een dief in de nacht. Dan zullen de hemelen met gedruis voorbijgaan en de elementen brandend vergaan, en de aarde en de werken daarop zullen verbranden.
12. u, die de komst van de dag van God verwacht en daarnaar verlangt, de dag waarop de hemelen, door vuur aangestoken, zullen vergaan en de elementen brandend zullen wegsmelten.
De Bijbel spreekt over deze dag als de dag waar alles vernietigd wordt. Door de geschiedenis heen heeft God wel eens een oordeel geveld over de goddelozen en zondaren. Maar deze dingen zijn een schaduw en voorbeeld van die uiteindelijke oordeel op het laatst waar Jezus werkelijk alles recht zal zetten als de Rechter van deze aarde.
Jeremia en Jesaja spreken hier beide met de krachtigste worden over als een volledige vernietiging van zondaren:
Jesaja 13:9 Zie, de dag van de HEERE komt, meedogenloos,
met verbolgenheid en brandende toorn,
om van het land een woestenij te maken
en zijn zondaars eruit weg te vagen.
10. Ja, de sterren aan de hemel en hun sterrenbeelden
zullen hun licht niet laten schijnen,
de zon zal verduisterd worden wanneer zij opkomt,
en de maan zal haar licht niet laten schijnen.
11. Ik zal de wereld haar slechtheid vergelden,
en de goddelozen hun ongerechtigheid.
Ik zal de trots van de hoogmoedigen doen ophouden,
en de hooghartigheid van de geweldplegers zal Ik vernederen.
12. Ik zal stervelingen schaarser maken dan zuiver goud
en mensen zeldzamer dan het fijne goud van Ofir.
13. Daarom zal Ik de hemel doen sidderen,
en de aarde zal lostrillen van haar plaats
om de verbolgenheid van de HEERE van de legermachten,
en om de dag van Zijn brandende toorn.
14. Iedereen zal zijn als een opgejaagde gazelle,
als schapen die niemand bijeenbrengt.
Iedereen zal zich wenden naar zijn eigen volk,
en iedereen zal vluchten naar zijn eigen land.
15. Ieder die aangetroffen wordt, zal worden neergestoken,
en ieder die gegrepen wordt, zal vallen door het zwaard.
16. Hun kleine kinderen zullen verpletterd worden
voor hun ogen,
hun huizen geplunderd
en hun vrouwen verkracht.
In de context gaat het hier over de Meden die Babel binnenvallen. Maar er is een parallel met de uiteindelijke dag van de HEERE dat werkelijk alles zal wegvagen en alles zal verteerd worden, Hebreeën 12:29 Want onze God is een verterend vuur.
Jeremia 4:23 Ik zag het land, en zie, het was woest en leeg,
en keek naar de hemel – zijn licht was er niet.
24. Ik zag de bergen, en zie, zij beefden,
en alle heuvels schudden door elkaar.
25. Ik zag, en zie, er was geen mens,
en alle vogels in de lucht waren weggevlogen.
26. Ik zag, en zie, het vruchtbare land was woestijn,
en al zijn steden waren afgebroken,
door de HEERE,
door Zijn brandende toorn.
27. Want zo zegt de HEERE:
Heel het land zal een woestenij worden –
toch zal Ik er geen vernietigend einde aan maken.
28. Hierom zal de aarde treuren
en de hemel daarboven in zwart gehuld worden,
want Ik heb gesproken, Ik heb het Mij voorgenomen,
en Ik zal geen berouw krijgen en er niet op terugkomen.
Zo zal de wereld eruit zien na de wederkomst van Jezus. Maar er zal een overblijfsel zijn dat met Hem naar het nieuwe Jeruzalem zal gaan.
Maar zonde kan voor Jezus, de Almachtige in al Zijn glorie, niet bestaan:
Psalm 5:5 Want U bent geen God Die vreugde vindt in goddeloosheid,
de kwaaddoener zal bij U niet verblijven.
6. De dwazen blijven niet staande
voor Uw ogen.
U haat allen die onrecht bedrijven,
7. U brengt de leugenaars om.
Van de man van bloed en bedrog
heeft de HEERE een afschuw.
We zullen oog in oog moeten staan met onze God. We zullen Hem zien zoals Hij is als de Almachtige Rechter die dwars door ons hart heen ziet met ogen die branden als vuur.
Zijn woorden zullen als een zwaard steken en ons geweten zal dan aangewakkerd worden.
De zondaren wensen zich dan te verbergen voor de toorn van dat Lam.
Ze weten exact waar ze zijn afgedwaald van de weg en zien hun zondes waarvan ze dachten dat dit zo klein was. Dan zal die wet die in Zijn troon is elke daad in ons leven oordelen.
Maar dan komt die grote vraag bij ons:
Openbaring 6:17 Want de grote dag van Zijn toorn is aangebroken en wie kan dan staande blijven?
Dit zullen wij de volgende keer bezien.
Reacties
Een reactie posten