Openbaring: Uit het Oosten

 Openbaring: Rechtvaardiging door Geloof

Uit het Oosten

Bij de zesde plaag komt het symbolische weer duidelijk naar voren.

Het begint als volgt:

Openbaring 16:12 En de zesde engel goot zijn schaal uit over de grote rivier, de Eufraat. En haar water droogde op, zodat de weg gereedgemaakt werd voor de koningen uit de richting waar de zon opgaat.

Wij hebben al eerder over de Eufraat gesproken. Dit was een belangrijke rivier voor het koninkrijk van Babylon. En het was deze rivier die 'opdroogde' toen Cyrus kwam als een held om Babylon in te nemen. We hadden de vorige keer al Herodetus aangehaald die ons vertelt dat Cyrus Babylon innam door de Eufraat weg te laten stromen. Jesaja refereert hiernaar in verband met de koning uit het oosten, Cyrus.

Cyrus was de koning van het oosten die als bevrijder kwam voor Gods volk.

Jesaja 41:1 Zwijg voor Mij, kustlanden,

laten de volken de kracht vernieuwen.

Laten zij naar voren komen, laten zij dan spreken,

laten wij samen naar voren komen voor het oordeel.

2. Wie heeft vanwaar de zon opkomt de rechtvaardige doen opstaan,

hem geroepen om te gaan?

Wie heeft heidenvolken aan hem overgeleverd

en doet hem koningen vertreden?

Wie heeft hen als stof overgeleverd aan zijn zwaard,

als wegwaaiende stoppels aan zijn boog?

3. Hij achtervolgde hen, trok verder in vrede,

over een pad dat hij met zijn voeten niet eerder betrad.

4. Wie heeft dit bewerkt en gedaan?

Hij Die de generaties riep vanaf het begin!

Ik, de HEERE, Die de Eerste ben,

en bij de laatsten ben Ik Dezelfde.

5. De kustlanden zagen het en werden bevreesd,

de einden der aarde beefden;

ze kwamen naderbij en traden toe.

Jesaja 45:1 Zo zegt de HEERE tegen Zijn gezalfde,

tegen Kores (Cyrus), die Ik vastgrijp bij zijn rechterhand,

om de volken vóór hem neer te werpen,

en de lendenen van koningen zal Ik ontgorden;

om deuren voor hem te openen,

poorten zullen niet gesloten worden:

2. Zelf zal Ik voor u uit gaan,

het oneffene zal Ik rechtmaken,

bronzen deuren zal Ik openbreken,

en ijzeren grendels stukbreken.

3. En Ik zal u geven schatten die in het duister zijn,

verborgen rijkdommen,

opdat u zult weten dat Ik de HEERE ben, Die u bij uw naam roept,

de God van Israël.

4. Ter wille van Jakob, Mijn dienaar,

Israël, Mijn uitverkorene,

riep Ik u bij uw naam;

Ik gaf u een erenaam, hoewel u Mij niet kende.

Jesaja 46:8 Denk hieraan en wees flink;

neem het weer ter harte, overtreders.

9. Denk aan de dingen van vroeger, van oude tijden af,

dat Ik God ben en niemand anders.

Ik ben God, en er is er geen als Ik,

10. Die vanaf het begin verkondigt wat het einde zal zijn,

van oudsher de dingen die nog niet plaatsgevonden hebben;

Die zegt: Mijn raadsbesluit houdt stand

en Ik zal al Mijn welbehagen doen;

11. Die een roofvogel roept uit het oosten,

een man van Mijn raad uit een ver land.

Ja, Ik heb gesproken, Ik zal het ook doen komen;

Ik heb het geformeerd, Ik zal het ook doen.

12. Luister naar Mij, onbuigzamen van hart,

u die ver bent van gerechtigheid:

13. Ik breng Mijn gerechtigheid nabij, zij zal niet ver zijn,

en Mijn heil zal niet uitblijven,

maar Ik zal heil geven in Sion,

aan Israël Mijn luister.

Cyrus wordt de 'gezalfde' genoemd en iemand die verlossing zou geven aan Israël van Babylon.

De betekenis in Openbaring is natuurlijk onmisbaar. 

Het gaat over een gebeurtenis waar de weg voor Jezus als de verlosser van Gods volk van dit geestelijk Babylon zou worden volbracht.

De belangrijke rivier voor landbouw, water en handel werd opgedroogd. De 'wateren' waarvan we in Openbaring 17 lezen dat het de volkeren betekent drogen als het ware uit voor Babylon. Babylon verloor de volken uit haar grip.

Maar belangrijker is; de weg is open voor verlossing. Spoedig zou Gods volk uit de ballingsschap op deze aarde bevrijdt worden door deze held uit het Oosten.