Openbaring: Kanaän
Openbaring: Rechtvaardiging door Geloof
Kanaän
Openbaring 17:9 Hier is het verstand dat wijsheid heeft: de zeven koppen zijn zeven bergen, waarop de vrouw zit.
10. Ook zijn het zeven koningen: vijf zijn er gevallen, een is er, de andere is nog niet gekomen, en wanneer hij komt, moet hij een korte tijd blijven.
12. En de tien hoorns die u gezien hebt, zijn tien koningen, die het koningschap nog niet hebben ontvangen, maar die samen met het beest één uur koninklijke macht zullen ontvangen.
Lang geleden stond Jozua met het volk van Israël voor de grens van het land Kanaän. Aan Abraham was de belofte gegeven dat hij en zijn nakomelingen het land zouden bezetten en dat stond op het punt om in vervulling te gaan.
God vocht voor hen. Zij namen het beloofde land in en dit was tegelijkertijd een oordeel over het corrupte volk daar.
Dit beloofde land was bevolkt door zeven naties:
Deuteronomium 7:1 Wanneer de HEERE, uw God, u gebracht heeft in het land waar u naartoe gaat om het in bezit te nemen, en Hij vele volken van voor uw ogen verdreven heeft, de Hethieten, de Girgasieten, de Amorieten, de Kanaänieten, de Ferezieten, de Hevieten en de Jebusieten, zeven volken, die groter en machtiger zijn dan u,
Toen deze belofte aan Abraham werd gegeven werden er zelfs tien genoemd:
Genesis 15:18 Op die dag sloot de HEERE een verbond met Abram, en zei: Aan uw nageslacht heb Ik dit land gegeven, van de rivier van Egypte af tot aan de grote rivier, de rivier de Eufraat:
19. de Kenieten, de Kenezieten, de Kadmonieten,
20. de Hethieten, de Ferezieten, de Refaïeten,
21. de Amorieten, de Kanaänieten, de Girgasieten en de Jebusieten.
Eerder in Openbaring vonden wij ook al de 144,000 waar er een volkstelling plaatsvond. Dit gebeurde ook voor Israël vlak voordat ze Kanaän binnegingen.
In Openbaring 17 vinden wij weer 7 naties en 10 koninkrijken.
Maar nu staan de 144,000 niet voor een aardse Kanaän. Het is geen schaduw of voorbeeld meer. Het is niet tijdelijk meer.
Het is veel groter dan dat. Het gaat hier over de uitverkorenen van God die de wereld zullen erven. Dit was waar de belofte naar Abraham naartoe wees. En hoe komt deze belofte? En is dit naar Abraham toe alleen maar voor de Joden? Is dit waar de 144,000 over gaan?
Romeinen 4:13 Want niet door de wet is de belofte aan Abraham of zijn nageslacht gedaan dat hij een erfgenaam van de wereld zou zijn, maar door de gerechtigheid van het geloof.
14. Immers, als zij die uit de wet zijn, erfgenamen zijn, is het geloof zonder inhoud geworden en is de belofte tenietgedaan.
15. De wet brengt immers toorn teweeg, want waar geen wet is, is ook geen overtreding.
16. Daarom is het uit het geloof, opdat het zou zijn naar genade, met als doel dat de belofte zeker zou zijn voor het hele nageslacht, niet voor dat wat uit de wet alleen is, maar ook voor dat wat uit het geloof van Abraham is, die een vader is van ons allen,
17. zoals geschreven staat: Ik heb u tot een vader van vele volken gemaakt. Dit was hij tegenover Hem in Wie hij geloofd heeft, namelijk God, Die de doden levend maakt, en de dingen die niet zijn, roept alsof zij er waren.
18. En hij heeft tegen alles in gehoopt en geloofd dat hij een vader van vele volken zou worden, overeenkomstig wat gezegd was: Zo zal uw nageslacht zijn.
Het beest en de hoer hier vormen de laatste machten tegen God en Zijn volk. Maar dan zal Gods volk het koninkrijk overnemen.
In Openbaring 11 waar de dag van verzoening wordt afgebeeld wordt dit al gezegd.
In Daniël 7 zien we dat er een oordeel in de hemel begint wat vóór de heiligen zal gebeuren. Zij zullen geoordeeld worden. Maar dit oordeel is voor hen positief.
Maar dit positieve oordeel zal het einde van deze macht betekenen:
Daniël 7:21 Ik had namelijk toegekeken en gezien dat die hoorn oorlog voerde tegen de heiligen en dat hij hen overwon,
22. totdat de Oude van dagen kwam, de heiligen van de Allerhoogste recht verschaft werd en het tijdstip was bereikt dat de heiligen het koningschap in bezit namen.
25. Woorden tegen de Allerhoogste zal hij spreken,
de heiligen van de Allerhoogste zal hij te gronde richten.
Hij zal erop uit zijn
bepaalde tijden en de wet te veranderen,
en zij zullen in zijn hand worden overgegeven
voor een tijd, tijden en een halve tijd.
26. Daarna zal het gerechtshof zitting houden: men zal hem zijn heerschappij ontnemen,
hem verdelgen en volledig vernietigen.
27. Maar het koningschap en de heerschappij
en de grootheid van de koninkrijken onder heel de hemel
zullen gegeven worden aan het volk van de heiligen van de Allerhoogste.
Zijn koninkrijk zal een eeuwig koninkrijk zijn,
en alles wat heerschappij heeft, zal Hem eren en gehoorzamen.
In dit oordeel, zoals Romeinen zegt, maakt het uit of wij geloof hebben wat bewezen wordt, zoals Jakobus zegt, door onze werken die getuigen van ons levend geloof.
De geroepenen, uitverkorenen en gelovigen zullen het koninkrijk dan ontvangen.
Hier komt het op neer.
Openbaring 14:12 Hier zien we de volharding van de heiligen. Hier komen openbaar die de geboden van God en het geloof in Jezus in acht nemen.
Reacties
Een reactie posten