Openbaring: Efraïm en Dan

 Openbaring: Rechtvaardiging door Geloof

Efraïm en Dan

Een goede reden om de 144,00 als geestelijk te zien, zijn de stammen die worden benoemd in Openbaring 7. 
Er staat:

Openbaring 7:5 Uit de stam Juda waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Ruben waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Gad waren er twaalfduizend verzegeld,
6. uit de stam Aser waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Naftali waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Manasse waren er twaalfduizend verzegeld,
7. uit de stam Simeon waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Levi waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Issaschar waren er twaalfduizend verzegeld,
8. uit de stam Zebulon waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Jozef waren er twaalfduizend verzegeld, en uit de stam Benjamin waren er twaalfduizend verzegeld.

Dit zijn niet de normale 12 stammen van Israël.
de naam Efraïm ontbreekt hier en wordt vervangen voor simpelweg de naam Jozef en Dan ontbreekt hier om plaats te geven voor Levi die normaal niet werd geteld in de tellingen, omdat hij geen erfenis kreeg (zie Numeri 26).
Maar waarom worden de namen van Efraïm en Dan weggelaten? 
Om onze naam bij de erfenis te staan betekent alles voor ons. 
Het antwoord ligt zeer waarschijnlijk bij het karakter van de stam van Efraïm en Dan. 
Dan is een van de eerste stammen waar wij in de geschiedenis hiervan een slecht beeld van krijgen:

Richteren 18:30 En de Danieten richtten het gesneden beeld voor zich op. En Jonathan, de zoon van Gersom, de zoon van Manasse, hij en zijn zonen, waren priesters voor de stam van de Danieten, tot op de dag dat het land in ballingschap werd gevoerd.
31. Zo richtten zij het gesneden beeld voor zich op dat Micha gemaakt had, al de dagen dat het huis van God in Silo was.

De afgod van Dan was bekend genoeg om de aandacht van de profeet Amos te krijgen:

Amos 8:14 zij die zweren bij de schuld van Samaria,
en zeggen: Zo waar uw god van Dan leeft,
en de pelgrimstocht naar Berseba leeft!
Zij zullen vallen en niet meer opstaan.

Het erge is dat Dan wel een van de stammen waren. Ze hadden eerst recht op het erfdeel, kregen een zegen van Jakob en Mozes en kwamen het land Kanaän binnen. Maar zij vielen weg.
Het ontbreken van Dan onder de 144,000 vertelt ons de pijnlijke waarheid dat er mensen zijn die op het laatst wegvallen in afgoderij. En met afgoderij bedoelen wij dan enig iets plaatsen boven God of het een eer geven dat het niet hoort te krijgen.
Voor Efraïm vinden wij in Hosea een van de meest hartbrekende stukken uit de hele Bijbel. 
Efraïm werd de belangrijkste stam van de het tien-stammenrijk in Israël. Tien stammen van de twaalf splitsten namelijk af van Juda en Benjamin. 
Maar deze Efraïm werd dan ook de belangrijke leider in afgoderij voor Israël en wordt hier als vertegenwoordiger voor de andere tien gebruikt. 
De reis van Efraïm begint zo, in Gods woorden:

Hosea 11:3 Ik echter leerde Efraïm lopen.
Hij nam hen op Zijn armen,
maar zij erkenden niet dat Ik hen genas.
4. Ik trok hen met menselijke touwen,
met koorden van liefde.
Ik was voor hen als zij die het juk
van op hun kaken omhoogtillen,
en Ik reikte hem voer toe.

Maar wij lezen:

Hosea 4:17 Efraïm is verknocht aan de afgoden;
laat hem met rust!
18. Is hun drinkgelag voorbij,
dan geven zij zich over aan hoererij.
Dan horen wij welke toon God slaat:

Hosea 6:4 Wat zal Ik u doen, Efraïm?
Wat zal Ik u doen, Juda?
Uw goedertierenheid is als een morgenwolk,
als dauw die vroeg optrekt en weggaat.

Toch weten we dat Juda nog een tijd overbleef en uiteindelijk weer in hun land gezet werden.
Efraïm neemt duidelijk de overtoon in Hosea:

Hosea 8:11 Ja, Efraïm heeft de altaren talrijk gemaakt om te zondigen,
het heeft die altaren om te zondigen!
12. Al schrijf Ik voor hen Mijn wet in tienduizendvoud,
toch beschouwt men die als iets vreemds.

Hosea 9:16 Efraïm is getroffen:
hun wortel is verdord,
vrucht zullen zij niet voortbrengen.
Zelfs als zij nog nieuw leven verwekten,
zou Ik de lievelingen van hun moederschoot doden.
17. Mijn God zal hen verwerpen,
omdat zij naar Hem niet luisteren.
Zij zullen zwervers onder de volken zijn.

Maar dan krijgen we die hartbrekende woorden van God zelf:

Hosea 11:8 Hoe zou Ik u prijsgeven, Efraïm,
u uitleveren, Israël?
Hoe zou Ik u prijsgeven als Adama,
met u doen als met Zeboïm?
Mijn hart keert zich in Mij om,
al Mijn medelijden is opgewekt.
9. Ik zal Mijn brandende toorn niet ten uitvoer brengen,
Ik zal niet terugkeren om Efraïm te gronde te richten.
Want Ik ben God, en geen mens,
de Heilige in uw midden,
en in de stad zal Ik niet komen.

God wilde Efraïm niet prijsgeven. Hij vergeleek hem als een kind of als Zijn vrouw. Hij had medelijden met hem. Hij gaf Efraïm nog tijd en had geduld met hem en zou zijn toorn nog niet utstorten.
Maar we weten uit de geschiedenis dat Efraïm uiteindelijk in ballingsschap ging om nooit meer terug te komen samen met die andere stammen.
Hoewel die andere stammen ook in ballingsschap gingen, krijgen wij een heel ander beeld van hun karakter als we dit door de Bijbel doorlezen dan Efraïm. Efraïm neemt de leiding in afgoderij en valt.
Maar God verheugde Zich hier niet in.
Spoedig zullen wij die generatie zien dat het hemels land zal binnengaan. Maar er zullen sommigen zijn die het karakter van de stam van Efraïm zullen dragen tot Gods verdriet. Hij heeft medelijden met hen. 
Maar voor zij die gevallen zijn, is er nog hoop. Zij hoeven niet als Efraïm te zijn.
De andere stammen die wél onder de 144,000 werden genoemd zijn absoluut niet zondeloos. Over Juda staat genoeg geschreven, maar zij kwamen in hun vernedering tot bekering en wij vinden Juda terug in het beloofde land na hun ballingschap in de Bijbel.
Ruben, de stamvader, werd in Genesis 49 beschuldigd van een seksuele zonde.
Gad werd omschreven als de stam die eerst een verlies zou leiden in Genesis 49.
Aser wordt omschreven als rijk.
Over Naftali, Mannase en Jozef vinden we niet veel problemen, maar de priesterlijke Levieten vinden we maar al te vaak corrupt.
Ook bij Issachar en Zebulun vinden we niet veel informatie. 
Maar Benjamin had in het boek Richteren een hevige burgeroorlog met een andere stam en nog al wat schandalige verhalen. Daarnaast werd dit ook als de zwakste stam gezien in de tijd van Samuël.
Maar toch vinden we al deze stammen in Openbaring 7 terug onder de 144,000. 
Uw zondes hoeven u nog direct uit te sluiten van het hemelse beloofde land. 
Wat God van ons vraagt is die medelijden en genade vast te grijpen die Hij zo graag geeft zoals aan mensen met het karakter van Efraïm.

Voor verdere studie van deze stammen, kan er verwezen worden naar de betekenis van de namen in het Hebreeuws en de verdere karaktereigenschappen die terugkomen in deze stammen door de Bijbel heen.


Reacties

Populaire posts van deze blog

Hoe Word Ik Gered?

Christus is het Leven

Openbaring; Het Tweesnijdend Zwaard