Openbaring: De Zeven Plagen
Openbaring: Rechtvaardiging door Geloof
De Zeven Plagen
Openbaring 15:1 En ik zag een ander teken in de hemel, groot en wonderbaarlijk: zeven engelen met de zeven laatste plagen. Want daarmee zal de toorn van God tot een einde gekomen zijn.
De laatste zeven plagen is het laatste oordeel van God op deze aarde. De zeven bazuinen waren hier een schaduw van. Sommige van de bazuinen lijken ook in de omschrijving op dat van de plagen.
Elk oordeel in het verleden is een voorproefje van dit laatste oordeel.
Elk oordeel in het verleden is een voorproefje van dit laatste oordeel.
Het merk van het beest is gekomen en het Evangelie van het Koninkrijk is over de hele aarde gegaan. En dan, zegt Jezus, zal het einde komen.
De zeven 'plagen' doen ons natuurlijk ook direct denken aan de tien plagen van Egypte. Sommige van deze plagen lijken ook op dat van Egypte.
Het water dat in bloed verandert, duisternis en zweren geven een echo van de plagen van Egypte.
De plagen van Egypte is dus een goed voorbeeld van wat deze laatste zeven plagen zullen zijn. Maar in plaats van slechts Egypte zullen deze plagen wereldwijd zijn.
We hebben het al eerder gehad over het karakter van Egypte in verband met het beest van Openbaring 11. Maar nu zullen wij meer ingaan op de plagen zelf, de redenen hiervan en de reactie van Egypte hierop.
Farao maakte het leven van Gods volk in Egypte zuur.
Er staat:
Exodus 1:10 Kom, laten wij er verstandig tegen optreden, anders zal het talrijk worden en, mocht het zijn dat er een oorlog uitbreekt, dan zal het zich ook bij onze vijanden aansluiten, tegen ons strijden en uit het land wegtrekken.
11. En zij stelden daarom opzichters van herendiensten over het volk aan om het door zijn dwangarbeid te onderdrukken. Het bouwde voor de farao voorraadsteden: Pitom en Raämses.
12. Hoe meer zij het echter onderdrukten, hoe talrijker het werd en hoe meer het zich uitbreidde, zodat zij in angst verkeerden vanwege de Israëlieten.
13. De Egyptenaren lieten de Israëlieten met harde hand voor zich werken.
14. Zij maakten het leven bitter voor hen door hen zwaar werk te laten verrichten met leem en bakstenen, en door allerlei werk op het veld: al hun werk, waarmee zij hen moesten dienen, met harde hand.
Maar de tijd voor Israël was gekomen om uit Egype te gaan en daarom werd Mozes gestuurd. Maar voordat ze uit Egypte zouden gaan, zouden er tien plagen komen waar Farao zijn hart zou verharden met elke plaag.
De plagen zouden hem niet bekeren, maar zouden hem juist verharden.
Exodus 4:21 De HEERE zei tegen Mozes: Nu u naar Egypte gaat terugkeren, zie erop toe dat u al de wonderen waartoe Ik u in staat gesteld heb, vóór de farao doet. Ikzelf echter zal zijn hart verharden, zodat hij het volk niet zal laten gaan.
Zo zal het zijn met de laatste zeven plagen.
Het zal tijd zijn voor Gods volk om de aarde te verlaten om het beloofde land in te gaan. Dit is de grote Exodus naar de hemel.
Maar Satan haat Gods volk en weet dat hij weinig tijd heeft. Hij zal hun leven zuur maken door middel van de koningen en machten van deze aarde.
Dan zullen deze plagen komen vanwege de verdrukking die op Gods volk wordt gelegd. Maar in plaats van dat er bekering plaatsvindt, zullen ze hun hart verharden.
Wat we ook zien met deze plagen is dat er specifiek wordt gezegd dat Israël niet geraakt werd:
Exodus 9:6 En de HEERE deed deze zaak de volgende dag. Al het vee van de Egyptenaren stierf, maar van het vee van de Israëlieten stierf niet één dier.
7. De farao stuurde er dienaren heen, en zie, van het vee van Israël was zelfs niet één dier gestorven. Maar het hart van de farao bleef onvermurwbaar en hij liet het volk niet gaan.
Exodus 9:25 De hagel sloeg in heel het land Egypte alles neer wat op het veld was, van mens tot dier. De hagel sloeg al het veldgewas neer en versplinterde alle bomen van het veld.
26. Alleen in de landstreek Gosen, waar de Israëlieten woonden, viel er geen hagel.
Exodus 10:22 Toen Mozes zijn hand uitstrekte naar de hemel, kwam er een dikke duisternis in heel het land Egypte, drie dagen lang.
23. Zij zagen elkaar niet, en drie dagen lang stond niemand op van zijn plaats. Voor alle Israëlieten echter was het licht in hun woongebieden.
Zo zal het ook zijn met de zeven plagen. Dit is de toorn van God dat uitgestort wordt over de verdrukkers. Maar Gods volk zal hierdoor niet geraakt worden.
Er is een psalm dat specifiek in het Nieuwe Testament op de Messias wordt toegepast. Maar Jezus zal in onze plek staan wanneer deze toorn wordt uitgegoten. Dan zullen we diezelfde ervaring krijgen zoals in deze psalm is geschreven:
Psalm 91:1 Wie in de schuilplaats van de Allerhoogste is gezeten,
zal overnachten in de schaduw van de Almachtige.
2. Ik zeg tegen de HEERE: Mijn toevlucht en mijn burcht,
mijn God, op Wie ik vertrouw!
3. Want Híj zal u redden van de strik van de vogelvanger,
van de zeer verderfelijke pest.
4. Hij zal u beschutten met Zijn vlerken,
onder Zijn vleugels zult u de toevlucht nemen,
Zijn trouw is een schild en een pantser.
5. U zult niet vrezen voor het beangstigende van de nacht,
voor de pijl die overdag aan komt vliegen,
6. voor de pest, die in het donker rondgaat,
voor het verderf dat midden op de dag verwoest.
7. Al zullen er duizend vallen aan uw zijde
en tienduizend aan uw rechterhand –
bij u zal het onheil niet komen.
8. Slechts met uw ogen zult u het aanschouwen,
u zult de vergelding aan de goddelozen zien.
9. Want U, HEERE, bent mijn toevlucht.
De Allerhoogste hebt u tot uw woning gemaakt.
10. Geen onheil zal u overkomen,
geen plaag zal uw tent naderen.
11. Want Hij zal voor u Zijn engelen bevel geven
dat zij u bewaren op al uw wegen.
12. Zij zullen u op de handen dragen,
zodat u uw voet aan geen steen stoot.
13. Op de felle leeuw en de adder zult u trappen,
u zult de jonge leeuw en de slang vertrappen.
14. Omdat hij liefde voor Mij opgevat heeft, zegt God, zal Ik hem bevrijden;
Ik zal hem in een veilige vesting zetten, want hij kent Mijn Naam.
15. Hij zal Mij aanroepen en Ik zal hem verhoren,
in de benauwdheid zal Ik bij hem zijn,
Ik zal hem eruit helpen en hem verheerlijken.
16. Ik zal hem met lengte van dagen verzadigen,
Ik zal hem Mijn heil doen zien.
Reacties
Een reactie posten