Openbaring: Daniel 8

 Openbaring: Rechtvaardiging door Geloof

Daniel 8

In Daniel 8 komen wij de kleine hoorn van een iets ander perspectief weer tegen. Hier lijkt het als een soort teken of afbeelding te zijn van het hele vierde beest van Daniel 7. Maar dit is alleen om de focus meer te leggen op de kleine hoorn wat de focus hier is. 

We lezen:

Daniël 8:5 Ík bleef opletten – en zie, er kwam een geitenbok aan, vanuit het westen, over heel het aardoppervlak, zonder de aarde aan te raken. De bok had tussen zijn ogen een opvallende hoorn.

6. Hij kwam tot bij de ram met de twee hoorns, die ik had zien staan voor het kanaal, en schoot met zijn grimmige kracht op hem af.

7. Ik zag hoe hij, vlak bij de ram gekomen, zich tegen hem verbitterde, de ram een stoot gaf en zijn beide hoorns brak. In de ram was geen kracht om tegen hem stand te houden. De bok wierp hem tegen de grond en vertrapte hem, en er was niemand die de ram uit zijn macht kon redden.

8. De geitenbok maakte zich uitermate groot. Maar toen hij machtig geworden was, brak de grote hoorn af en in plaats daarvan kwamen er vier opvallende op, overeenkomstig de vier windstreken van de hemel.

9. Uit één ervan kwam een kleine hoorn tevoorschijn, die uitzonderlijk groot werd, naar het zuiden toe, naar het oosten toe en naar het Sieraadland toe.

10. Hij werd groot, tot aan het leger van de hemel. Van dat leger, namelijk van de sterren, liet hij er sommige ter aarde vallen en vertrapte ze.

21. En de harige geitenbok is de koning van Griekenland, en de grote hoorn die tussen zijn ogen zat, dat is de eerste koning.

22. En dat die afbrak en er vier voor in de plaats kwamen: vier koninkrijken zullen uit dat volk ontstaan, maar zonder de kracht ervan.

23. Aan het einde van hun koningschap,

wanneer de afvalligen de maat hebben volgemaakt,

zal er een meedogenloze koning opstaan,

bedreven in slinkse streken.

In het eerste stuk lijkt het even alsof deze hoorn uit Griekenland komt, uit een van de vier hoornen.

Maar wanneer de uitleg wordt gegeven lijkt het meer alsof dit gaat over een compleet nieuwe macht aan het einde van de koningschap van de machten van Griekenland.

En aangezien wij die achtergrond van Daniel 7 hebben waar het overduidelijk van een nieuwe macht komt, anders dan dat van de Grieken, moeten wij ervanuit gaan dat deze hoorn niet uit Griekenland komt. 

Een oplossing hiervoor is dat de kleine hoorn in vers 9 niet uit een van de hoorns van Griekenland komt, maar uit een van de vier winden (richtingen). En dan komt deze opvallende hoorn naar het zuiden, het oosten en het Sieraadland (Israël).

Deze hoorn werd uitzonderlijk groot. Daniel 7 zegt zelf groter dan alle vorige. 

Maar het is lastig te bedenken dat dit het geval kan zijn voor de uitgroeisels van Griekenland. 

De grammatica geeft hier ook een hint naar. In het Hebreeuws is beide 'de vier windstreken' en 'uit een ervan' hetzelfde geslacht in het woord, maar dit geldt niet voor 'de vier opvallende'. 

Hoe wordt deze hoorn dan omschreven?

Daniël 8:24 Zijn kracht zal groot worden, maar niet door eigen kracht.

Op wonderlijke wijze zal hij verderf aanrichten,

het zal hem gelukken, hij zal het doen.

Machtigen zal hij te gronde richten,

ook het heilige volk.

25. Door zijn sluwheid

zal hij het bedrog onder zijn hand doen slagen.

Hij zal zich in zijn hart verheffen.

In hun zorgeloze rust zal hij velen te gronde richten.

Ja, tegen de Vorst der vorsten zal hij opstaan,

maar zonder mensenhand zal hij gebroken worden.

Hij zou het heilige volk ten gronde richten en zou bedrog gebruiken. Hij zou zich in zijn hart verheffen en zelfs tegen de Vorst der vorsten opstaan. Deze 'Vorst der vorsten' is natuurlijk niemand anders dan Jezus, onze Hogepriester in het hemels heiligdom. 
Deze macht zou uiteindelijk echter niet door zijn eigen kracht groot worden.

Hij wordt zelfs omschreven als iemand die de heilige woning van God wegzet:

Daniël 8:10 Hij werd groot, tot aan het leger van de hemel. Van dat leger, namelijk van de sterren, liet hij er sommige ter aarde vallen en vertrapte ze.

11. Hij maakte zich groot tot aan de Vorst van dat leger. Het steeds terugkerende offer werd aan Deze ontnomen en Zijn heilige woning neergeworpen.

12. En het leger werd overgegeven vanwege de afvalligheid tegen het steeds terugkerende offer, en hij wierp de waarheid ter aarde. Hij deed het en het gelukte.

Het 'neerwerpen' ofwel het 'wegwerpen' van het heiligdom staat parallel met het werpen van de waarheid naar de aarde. Hij had zelfs hierin succes. Hij nam ook het 'terugkerend offer' weg of in het Hebreeuws ook wel gewoon 'het dagelijks'. Dit is een referentie naar het dagelijks werk dat werd gedaan in de tabernakel.

Maar is dit een aardse tempel of een hemelse?

We weten al dat de oriëntatie van het nieuwe testament en bovendien Openbaring volledig is met het hemels heiligdom.

Maar het is ook interessant dat deze hoorn zich groot maakte tot de 'Vorst van dat leger'. 

Deze exacte titel wordt gebruikt in Jozua (Bevelhebber is hetzelfde woord voor vorst in Daniel):

Jozua 5:13 Het gebeurde, toen Jozua bij Jericho was, dat hij zijn ogen opsloeg en zag, en zie, er stond een Man voor hem met een getrokken zwaard in Zijn hand. Jozua ging naar Hem toe en zei tegen Hem: Hoort U bij ons of bij onze tegenstanders?

14. Hij zei: Nee, maar Ik ben de Bevelhebber van het leger van de HEERE. Nu ben Ik gekomen. Toen wierp Jozua zich met het gezicht ter aarde, boog zich neer en zei tegen Hem: Wat wil mijn Heere tot Zijn dienaar spreken?

15. Toen zei de Bevelhebber van het leger van de HEERE tegen Jozua: Doe uw schoenen van uw voeten, want de plaats waarop u staat, is heilig. En Jozua deed dat.

Dit gaat natuurlijk over niemand minder dan Jezus, de aartstengel, de Bevelhebber van het leger van de HEERE. Deze hoorde niet bij de natie Israël of bij de Kanaänieten. Zij hoorden bij het hemelse leger. Het gaat daar niet om aardse, maar om het hemelse. Jozua werd hieraan herinnerd.

Door dit toe te passen op Daniel 8 zien we dat dit niet gaat om iets aards, maar om iets hemels. Deze hoorn is niet slechts een macht dat zich opwerpt tegen andere koningen, maar het verheft zich tot God zelf en Zijn tabernakel.