Openbaring: Alsem
Openbaring: Rechtvaardiging door Geloof
Alsem
Openbaring 8:10 En toen de derde engel op de bazuin blies, viel er een grote ster uit de hemel, die brandde als een fakkel. Hij viel op het derde deel van de rivieren en op de waterbronnen.
11. En de naam van de ster was Alsem. En het derde deel van de wateren veranderde in alsem. En veel mensen stierven van dat water, omdat het bitter was geworden.
Hier lijken wij een meer geestelijk oordeel te zien wat ernstige gevolgen heeft.
Het water wordt bitter. Alsem was een bitter iets en wordt in de Bijbel vaak in verband met gal gezet. Dit was dan giftig als het in het water zat.
We zien de zuivere waterbronnen en rivieren dus, maar er viel een sterk uit de hemel dat Alsem heet en daarbij werd het water verbitterd.
In het oude testament zien we wat dit betekent:
Deuteronomium 29:17 U hebt hun afschuwelijke afgoden en stinkgoden gezien die zij hadden: hout en steen, zilver en goud.
18. Laat onder u geen man of vrouw, gezin of stam zijn die zijn hart heden van de HEERE, onze God, afkeert, om de goden van deze volken te gaan dienen. Laat onder u geen wortel zijn die gal en alsem voortbrengt.
19. En het zal gebeuren, als hij bij het horen van de woorden van deze vervloeking zichzelf in zijn hart zegent door te zeggen: Ik zal vrede hebben, ook wanneer ik mijn verharde hart volg; de overvloed zal de dorst wegnemen,
20. dat de HEERE hem niet zal willen vergeven; dan zal de toorn van de HEERE en Zijn na-ijver tegen die man ontbranden, en alle vervloekingen die in dit boek geschreven zijn, zullen op hem rusten. De HEERE zal zijn naam van onder de hemel uitwissen.
Het gaat om afgoderij naar beelden van hout, steen, zilver en goud. Dit brengt uiteindelijk gal en alsem voort dat dodelijk is en het zuivere water dus verbitterd.
God is echter het zuivere water die wij moeten zoeken:
Jeremia 2:11 Heeft een volk ooit goden ingeruild?
– en het zijn niet eens goden! –
Toch heeft Mijn volk zijn Eer ingeruild
voor wat niet van nut is.
12. Ontzet u hierover, hemel,
huiver, wees zeer ontsteld,
spreekt de HEERE.
13. Want Mijn volk heeft een dubbel kwaad gedaan:
Mij, de bron van levend water,
hebben zij verlaten,
om zich bakken uit te hakken,
lekkende bakken,
die geen water houden.
Jeremia 2:19 Uw eigen kwaad straft u
en uw eigen afdwalingen bestraffen u.
Erken en zie in, dat het kwaad en bitter is
de HEERE, uw God, te verlaten,
en dat er geen vreze voor Mij bij u is,
spreekt de Heere, de HEERE van de legermachten.
Jezus is dit levend water zoals Johannes 4 vertelt. Wie van Hem drinkt zal niet meer dorsten. Maar de afgoden van steen, zilver en goud zijn waardeloos en kunnen niets.
Het zuivere water van Jezus werd nu dus verbitterd met afgoderij.
Dit gaat dan samen met zonde en helaas wordt dit vaak door de profeten aangemoedigd. Uiteindelijk zal dit echter zo bitter als gal en alsem zijn:
Jeremia 23:13 Bij de profeten van Samaria
heb Ik wel ongerijmde dingen gezien:
zij profeteerden namens de Baäl
en misleidden Mijn volk Israël.
14. Maar bij de profeten van Jeruzalem
heb Ik iets afschuwelijks gezien:
zij plegen overspel, met leugen gaan zij hun weg
zij bemoedigen de kwaaddoeners,
zodat niemand zich bekeert
van zijn slechtheid.
Zij allen zijn voor Mij als Sodom,
en zijn inwoners als Gomorra.
15. Daarom, zo zegt de HEERE van de legermachten over deze profeten:
Zie, Ik ga hun alsem te eten geven
en galwater te drinken,
omdat van de profeten van Jeruzalem
heiligschennis is uitgegaan over heel het land.
God echter waarschuwt ons:
Jeremia 23:16 Zo zegt de HEERE van de legermachten:
Luister niet naar de woorden van die profeten die tot u profeteren.
Zij geven u ijdele hoop.
Zij spreken een visioen uit hun eigen hart,
niet uit de mond van de HEERE.
17. Steeds zeggen zij tegen hen die Mij verwerpen: De HEERE heeft gesproken:
U zult vrede hebben;
en tegen ieder die in zijn verharde hart voortgaat:
Geen onheil zal over u komen.
18. Want wie heeft in de raad van de HEERE gestaan, en Zijn woord gezien en gehoord,
wie heeft op Zijn woord acht geslagen en ernaar geluisterd?
Reacties
Een reactie posten