Openbaring: Zielen onder het Altaar

 Openbaring: Rechtvaardiging door Geloof

Zielen onder het Altaar

Openbaring 6:9 En toen het Lam het vijfde zegel geopend had, zag ik onder het altaar de zielen van hen die geslacht waren omwille van het Woord van God, en omwille van het getuigenis dat zij hadden.
10. En zij riepen met luide stem: Tot hoelang, heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt U ons bloed niet aan hen die op de aarde wonen?
11. En aan ieder van hen werd een lang wit gewaad gegeven. En tegen hen werd gezegd dat zij nog een korte tijd moesten rusten, totdat ook het aantal van hun mededienstknechten en hun broeders, die evenals zij gedood zouden worden, volledig zou zijn geworden.

Weer zien wij de taal van de tabernakel komen. Bij de vijfde zegel zien wij zielen onder het altaar waar dit naar God toeroept voor wraak en vergelding.
Zij waren geslacht om het Woord van God en het getuigenis van Jezus.
Sommigen zien hierin letterlijke zielen die als personen nog verder leven. Maar dit zou een krappe plek worden onder dat altaar of het is een gigantische altaar.
Nee, om dit beter te begrijpen moeten we terug naar de tempeldienst waar deze taal vandaan komt. Openbaring 4 en 5 vinden al plaats in een hemelse tempel en ook hier vinden wij dit altaar.
De tempel op aarde was een schaduw of voorbeeld van het hemelse.
In de tempeldienst vinden wij inderdaad een altaar waar iets aan de bodem werd gegoten.
Er staat:

Leviticus 4:7 En de priester moet een deel van het bloed strijken op de hoorns van het altaar voor het geurige reukwerk, dat in de tent van ontmoeting staat voor het aangezicht van de HEERE. En hij moet al het overige bloed van de jonge stier uitgieten aan de voet van het brandofferaltaar, dat bij de ingang van de tent van ontmoeting staat.

Deze altaar was het brandofferaltaar dat stond vóór de ingang van de gouden tabernakel in het bronzen gebied.
Als de tempel een voorbeeld is van de hemel, dan moet dat wat in het voorhof gebeurde (waar het brandofferaltaar stond) een voorbeeld zijn van aarde. Hier werd het offer gebracht, hier werden mensen gewassen met water en hier was alles van brons in plaats van goud.
We zien dus dat er bloed werd gegoten aan de voet van het brandofferaltaar.
In het Hebreeuws denken zat de 'ziel' ofwel het 'leven' in het bloed:

Leviticus 17:14 Want het is het leven van alle vlees. Hun bloed staat voor hun leven. Daarom heb Ik tegen de Israëlieten gezegd: U mag geen bloed eten van wat voor vlees dan ook, want het bloed is het leven van alle vlees. Wie dat eet, moet uitgeroeid worden.
*Het woord voor 'leven' hier is hetzelfde als dat voor 'ziel'.

Het bloed was het bewijs van het leven. Als er bloed werd gegoten, dan was er leven vergoten.
De zielen onder het altaar is het bloed dat roept tot God voor wraak.
Waarom lijken deze zielen dan zo levend?
Omdat God het als levend voor Hem zien en schreeuwend tot Hem.
Zo was het ook met Abel:

Genesis 4:10 En Hij zei: Wat hebt u gedaan! Er is een stem van het bloed van uw broer, dat van de aardbodem tot Mij roept.

Het bloed van Jezus roept nog meer:

Hebreeën 12:24 en tot de Middelaar van het nieuwe verbond, Jezus, en tot het bloed van de besprenkeling, dat van betere dingen spreekt dan dat van Abel.

Het bloed ziet God als het persoon zelf dat tot Hem roept.
Maar God vergeet dit niet en zal alles recht zetten. Dan zal Hij hen doen opstaan en het bloed wreken omwille van Jezus.

Psalm 9:12 Zing psalmen voor de HEERE, Die te Sion woont,
verkondig onder de volken Zijn daden.
13. Want Hij eist vergelding voor vergoten bloed, Hij denkt daaraan,
Hij vergeet het hulpgeroep van de ellendigen niet.

Hij is de rechter en zal bij de wederkomst een oordeel uitvoeren. Dit zal een bewijs zijn van de koninklijke macht van Jezus als Rechter. God vergeet het bloed niet, maar zal het wreken op die grote dag van wraak.
De zielen onder het altaar geven dit aan.
Maar zij kregen naast dit ook witte klederen en werden gezegd nog een tijd te rusten. Voor een tijd moesten ze nog rusten. Er zou weer een verdrukking komen en ook nog van de levenden moesten hun getuigenis zegelen met hun bloed.
Het feit dat ze witte klederen kregen betekent dat God ze als recht zag. Ze werden gerechtvaardigd en deze doden werden bewezen recht met God te staan voor het geloof dat ze hadden uitgeoefend. Hun martelaarschap was een groot bewijs hiervan.
God is deze doden niet vergeten en Hij ziet ze als levend voor Hem aan en rekent hen als rechtvaardig:

Jesaja 61:10 Ik ben zeer vrolijk in de HEERE,
mijn ziel verheugt zich in mijn God,
want Hij heeft mij bekleed met de klederen van het heil,
de mantel van gerechtigheid heeft Hij mij omgedaan,
zoals een bruidegom zich bekleedt met priesterlijk hoofdsieraad,
en een bruid zich tooit met haar sieraden.
11. Want zoals de aarde haar gewas voortbrengt,
en zoals een tuin het daarin gezaaide doet opkomen,
zo zal de Heere HEERE gerechtigheid doen opkomen
en lof voor alle volken.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Hoe Word Ik Gered?

Openbaring: Wie Overwint...

Openbaring: Het Woord van Volharding