Openbaring: Interpreteren van de Zeven Zegels

 Openbaring: Rechtvaardiging door Geloof

Interpreteren van de Zeven Zegels

Na deze blog zullen we de zeven zegels om de beurt zien. Dan opent Jezus het boek werkelijk en gebeuren er dingen hieromheen.

Maar om dit goed te interpreteren, moeten wij een duidelijk perspectief hebben op Openbaring 4 en 5. 

De zeven gemeentes begonnen met de zeven kandelaren en de zeven zegels met het koninkrijk van God.

In Openbaring 4 en 5 wordt de troon van de tempel omschreven en het moment waar Jezus alle eer en autoriteit verdient wat bij de wederkomst actueel moet worden.

Dit Koninkrijk van God tot die grote dag van vergelding en wraak zal hier op aarde geestelijk zijn. 

Jezus zelf zei:

Lukas 17:20 En toen Hem door de Farizeeën gevraagd werd, wanneer het Koninkrijk van God zou komen, antwoordde Hij hun en zei: Het Koninkrijk van God komt niet op waarneembare wijze.

21. En men zal niet zeggen: Zie hier of zie daar, want, zie, het Koninkrijk van God is binnen in u.

Tegelijkertijd zal de wederkomst heel zichtbaar zijn:

Lukas 17:23 En zij zullen tegen u zeggen: Ziehier of ziedaar is Hij. Ga er niet heen en ga er niet achteraan.

24. Want zoals de bliksem flitst van de ene plaats onder de hemel en naar de andere plaats onder de hemel licht, zo zal ook de Zoon des mensen zijn op Zijn dag.

Maar vóór deze wederkomst zal het niet als een bliksemflits zijn. Het is niet waarneembaar of met uiterlijk vertoon. Het is geen koninkrijk hier op aarde met een machtig centrum zoals Jeruzalem of zoals Rome. 

Maar het is een geestelijk koninkrijk dat strijdt met geestelijke wapens:

2 Korinthe 10:3 Want al wandelen wij in het vlees, wij voeren geen strijd naar het vlees.

4. De wapens van onze strijd zijn immers niet vleselijk, maar krachtig door God, tot afbraak van bolwerken.

5. Want wij breken valse redeneringen af en elke hoogte die zich verheft tegen de kennis van God, en wij nemen elke gedachte gevangen om die te brengen tot de gehoorzaamheid aan Christus,

6. en wij staan gereed om elke ongehoorzaamheid te bestraffen, zodra uw gehoorzaamheid volkomen zal zijn.

Efeze 6:10 Verder, mijn broeders, word gesterkt in de Heere en in de sterkte van Zijn macht.

11. Bekleed u met de hele wapenrusting van God, opdat u stand kunt houden tegen de listige verleidingen van de duivel.

12. Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten.

13. Neem daarom de hele wapenrusting van God aan, opdat u weerstand kunt bieden op de dag van het kwaad, en na alles gedaan te hebben, stand kunt houden.

14. Houd dan stand, uw middel omgord met de waarheid, en bekleed met het borstharnas van de gerechtigheid,

15. en de voeten geschoeid met bereidheid van het Evangelie van de vrede.

16. Neem bovenal het schild van het geloof op, waarmee u alle vurige pijlen van de boze zult kunnen uitblussen.

17. En neem de helm van de zaligheid en het zwaard van de Geest, dat is Gods Woord,

18. terwijl u bij elke gelegenheid met alle gebed en smeking bidt in de Geest en daarin waakzaam bent met alle volharding en smeking voor alle heiligen.

Wanneer wij de zegels geopend zien worden, moeten we het ook in deze context zien. Het zijn geestelijk wapens tegen een geestelijk koninkrijk van Satan.

Satan heeft zijn koninkrijk van duisternis en van zonde dat binnen de mens leeft, maar God heeft een koninkrijk van Zijn Zoon dat ook territorium wil veroveren op geestelijke wijze. 

Dit is hoe God strijdt.

Voor de historische interpretatie voor later moeten wij ook weten op welk tijdstip wij moeten beginnen. Wanneer is de eerste zegel?

Om dit te weten moeten we weten wanneer Jezus alle autoriteit en eer weer heeft ontvangen.

Het Nieuwe Testament lijkt aan te geven dat dit bij Zijn hemelsvaart was.

Jezus spreekt vlak voor Zijn dood hierover alsof het al snel zou gebeuren:

Johannes 17:1 Dit sprak Jezus, en Hij sloeg Zijn ogen op naar de hemel en zei: Vader, het uur is gekomen, verheerlijk Uw Zoon, opdat ook Uw Zoon U verheerlijkt,

2. zoals U Hem macht gegeven hebt over alle vlees, opdat Hij eeuwig leven geeft aan allen die U Hem gegeven hebt.

5. En nu verheerlijk Mij, U Vader, bij Uzelf, met de heerlijkheid die Ik bij U bezat voordat de wereld er was.

Het idee dat Hij aan de rechterhand van God zit is ook onlosmakelijk verbonden met Zijn autoriteit:

Handelingen 2:32 Deze Jezus heeft God doen opstaan, waarvan wij allen getuigen zijn.

33. Hij dan, Die door de rechterhand van God verhoogd is en de belofte van de Heilige Geest ontvangen heeft van de Vader, heeft dit uitgestort wat u nu ziet en hoort.

34. David is immers niet opgevaren naar de hemelen, maar hij zegt: De Heere heeft gesproken tot mijn Heere: Zit aan Mijn rechterhand,

35. totdat Ik Uw vijanden neergelegd zal hebben als een voetbank voor Uw voeten.

Hoewel alle dingen nog niet aan Hem onderworpen zijn in actualiteit, is Hij wel al met die heerlijkheid en eer bekroond met een Naam boven alle namen:

Hebreeën 2:5 Want Hij heeft de komende wereld, waarover wij spreken, niet onderworpen aan de engelen,

6. maar iemand heeft ergens getuigd: Wat is de mens, dat U aan hem denkt, of de mensenzoon, dat U naar hem omziet?

7. U hebt hem voor korte tijd minder gemaakt dan de engelen; met heerlijkheid en eer hebt U hem gekroond. U hebt hem gesteld over de werken van Uw handen;

8. alle dingen hebt U onder zijn voeten onderworpen. Want bij het onderwerpen van alle dingen aan Hem heeft Hij niets uitgezonderd wat Hem niet onderworpen is. Nu zien wij echter nog niet dat Hem alle dingen onderworpen zijn,

9. maar wij zien Jezus met heerlijkheid en eer gekroond, Die voor korte tijd minder dan de engelen geworden was, vanwege het lijden van de dood, opdat Hij door de genade van God voor allen de dood zou proeven.

Handelingen 5 geeft de doorslag:

Handelingen 5:31 Deze Jezus heeft God door Zijn rechterhand verhoogd tot een Vorst en Zaligmaker, om Israël bekering te geven en vergeving van zonden.

Hij werd dus een Vorst en Zaligmaker bij Zijn hemelsvaart hoewel dit alles nog wel uitgevoerd moet worden tot zijn volheid. 

Deze hemelsvaart was rond het jaar 30 en vanaf deze tijd moeten wij dus historisch de zegels interpreteren.

We zijn nu voorbereid om de zeven zegels met het juiste perspectief te behandelen. Elk van deze zegels zal iets vertellen over het koninkrijk van God en daarmee een oproep tot bekering zijn.

Er is een Koning die wil dat wij ons overgeven en niet langer met Satan tegen Hem strijden in zonde. De zegels zullen dit verifiëren en de geschiedenis zal ons later bewijs geven van deze stelling.