Openbaring: Terechtwijzing
Openbaring: Rechtvaardiging door Geloof
Terechtwijzing
Laodicea had veel problemen. Ze waren lauw, dachten dat ze wel goed zaten, maar hadden gebrek aan geloof, de gerechtigheid van Jezus en waren blind en ellendig.
Deze gemeente had terechtwijzing nodig. Zij moesten hun eigen problemen inzien om dichter bij Christus te komen.
Maar bij zo'n terechtwijzing heeft de mens al snel het idee dat alles wat hij heeft gedaan is verworpen en gevallen. Soms raakt hij in complete wanhoop.
De andere zijde komt van dezelfde geest. Het wil niet veranderen, houdt van zonde en verwerpt daarom fel de terechtwijzing. Dan wordt degene die terechtwijst gezien als arrogant, hoogmoedig en wordt diegene bijna afgebeeld alsof hij iemand uit plezier zwart wil maken.
Dan is er nog een groep die nogal onverschillig is en er weinig mee doet. Het erkent de terechtwijzing misschien wel, maar het blijft in lauwheid.
Maar deze geest moet compleet verworpen worden door de gemeente:
Openbaring 3:19 Ieder die Ik liefheb, wijs Ik terecht en bestraf Ik. Wees dan ijverig en bekeer u.
God bestraft niet omdat Hij ervan houdt mensen zwart te maken of uit arrogantie. Hij wijst niet terecht zodat wij er niets mee doen of zodat we in wanhoop vallen.
Maar Hij wijst wel absoluut terecht en een ieder die geen terechtwijzing wil aannemen, is geen kind van God.
Zoals geschreven staat:
Hebreeën 12:3 Want let toch scherp op Hem Die zo'n tegenspraak van de zondaars tegen Zich heeft verdragen, opdat u niet verzwakt en bezwijkt in uw zielen.
4. U hebt nog niet tot bloedens toe weerstand geboden in uw strijd tegen de zonde.
5. En u bent de vermaning vergeten waarmee u als kinderen wordt aangesproken: Mijn zoon, acht de bestraffing van de Heere niet gering en bezwijk niet, als u door Hem terechtgewezen wordt.
6. Want de Heere bestraft wie Hij liefheeft, en Hij geselt iedere zoon die Hij aanneemt.
7. Als u bestraffing verdraagt, behandelt God u als kinderen. Want welk kind is er dat niet door zijn vader bestraft wordt?
8. Maar als u zonder bestraffing bent, waar allen deel aan hebben gekregen, bent u bastaarden en geen kinderen.
9. En verder hadden wij onze aardse vaders als opvoeders, en wij hadden ontzag voor hen. Zullen wij ons dan niet veel meer onderwerpen aan de Vader van de geesten, en leven?
10. Want zij hebben ons wel voor een korte tijd naar het hun goeddacht bestraft, maar Hij doet dat tot ons nut, opdat wij deel krijgen aan Zijn heiligheid.
11. En elke bestraffing schijnt op het moment zelf wel geen reden tot blijdschap te zijn, maar tot droefheid. Maar later geeft zij hun die erdoor geoefend zijn een vreedzame vrucht van gerechtigheid.
12. Hef daarom de slappe handen op en strek de knikkende knieën,
13. en maak rechte sporen voor uw voeten, opdat wat kreupel is, niet wordt ontwricht, maar veeleer genezen wordt.
Maar hoewel de terechtwijzing van God vaak fel aankomt, als een scherp zwaard, is deze terechtwijzing toch uit liefde gedaan. Hij is als een zorgzame Vader tegenover een kind die het kind op het juiste pad wil zetten. Wanneer het kind fouten maakt, verwerpt de Vader het kind niet . Het leidt het, vormt het en bestraft het zover dit nodig is.
In deze tijd wordt een felle bestraffing dat pijn doet gezien als het tegenovergestelde van liefde. Er mag geen bestraffing zijn en als er een terechtwijzing is, dan moet dit op de zachtste manier mogelijk met geliefkoosde woorden waardoor zonde wordt afgebeeld als kleiner dan het is.
Maar wat deze mensen 'liefde' noemen, noemt de Bijbel haat:
Leviticus 19:17 U mag in uw hart uw broeder niet haten. U moet uw naaste zeker terechtwijzen, zodat u geen zonde op hem laadt.
Hoe koud moeten wij wel niet zijn als mensen op het pad van vernietiging wandelen en we niets zeggen? Zullen we het 'liefde' noemen als we niet schreeuwen naar iemand die midden op een autoweg staat om overreden te worden? Zullen we het 'liefde' noemen als we mensen datgene laten doen wat God zoveel pijn heeft gedaan? Hoe arrogant en hoogmoedig moeten we wel niet zijn om te denken dat we deze terechtwijzingen niet nodig hebben? Hoe koud moeten we zijn als we geen terechtwijzingen geven.
Maar God is niet zo. Hij wijst ons wel terecht en is als een Vader die ons leidt voor ons eigen bestwil al begrijpen we soms niet waarom Hij wil wat hij wil.
Zij die zich wanhopig voelen vanwege de zondes die ze zien in hun leven en de moeilijke terechtwijzingen zien van de Alwetende Rechter mogen de moed oppakken.
God heeft u niet verlaten. Hij ziet Zichzelf als uw Vader en Hij ziet u als uw kind. Misschien is het moeilijk langs de terechtwijzing heen te zien, maar de Vader houdt van u, ook in deze terechtwijzing. Hij wil u graag op het juiste pad zetten. Hij kent al uw zwakheden en fouten en Hij weet heel goed hoe moeilijk u het vindt om de draad weer op te pakken en verder te gaan. Maar Hij zal u helpen.
Als Hij nog niet op u heeft opgegeven, waarom zou u het dan opgeven?
Reacties
Een reactie posten