Openbaring: In de Hemel
Openbaring: Rechtvaardiging door Geloof
In de Hemel
Openbaring 4:1 Hierna zag ik, en zie, er was een deur geopend in de hemel. En de eerste stem die ik als van een bazuin met mij had horen spreken, zei: Kom hier, omhoog, en Ik zal u laten zien wat hierna moet geschieden.
De zeven gemeentes begonnen met de tempel in de hemel. Daar vonden wij Jezus die wandelde tussen de zeven kandelaren. Hij werd afgebeeld als de Priester-koning en als iemand die onder Zijn gemeente wandelt.
Wij worden gerekend alsof we in de hemel zijn, maar Hij is ook met ons door Zijn Heilige Geest.
De zeven zegels, ons volgende onderwerp, beginnen niet anders.
Het begint weer bij het begin en geeft ons geen oriëntatie op de wereld en de gebeurtenissen daar, maar op de hemel.
Hier werd een deur geopend in de hemel.
In de tabernakel vinden we dit ook. Aan de ene zijde, in het voorhof, vinden we de onedele metaal koper en hier werd het offer gemaakt.
Maar dan in de tempel zelf vinden wij alles van goud en uiteindelijk komen we bij de troon van God zelf, de ark.
Paulus noemde de tabernakel of tempel hier op aarde als een zinnebeeld van dat wat in de hemel is:
Hebreeën 9:9 Deze was een zinnebeeld voor de tegenwoordige tijd. In overeenstemming daarmee werden er gaven en slachtoffers geofferd die niet in staat waren om hem die de dienst verrichtte, wat zijn geweten betreft tot volmaaktheid te brengen.
10. Het betrof hier alleen voedsel en dranken en verscheidene wassingen, vleselijke verordeningen, die opgelegd waren tot op de tijd van de betere orde.
11. Maar toen is Christus verschenen, de Hogepriester van de toekomstige heilsgoederen. Hij is door de meerdere en meer volmaakte tabernakel gegaan, die niet met handen is gemaakt, dat is: die niet van deze schepping is.
24. Want Christus is niet binnengegaan in het heiligdom dat met handen gemaakt is en dat een tegenbeeld is van het ware, maar in de hemel zelf, om nu voor het aangezicht van God te verschijnen voor ons,
Als de gouden tabernakel dan staat voor de hemel, dan is het niet gek om te bedenken dat de koperen voorhof de aarde moet voorstellen waar ook Jezus het offer maakte voor onze zondes.
Tussen dit voorhof en de tabernakel zat ook een deur of voorhangsel:
Exodus 26:36 U moet voor de ingang van de tent ook een gordijn maken, van blauwpurperen, roodpurperen en scharlakenrode wol en dubbeldraads fijn linnen, borduurwerk.
37. En voor het gordijn moet u vijf pilaren van acaciahout maken, die met goud overtrekken en voorzien van gouden haken; u moet daarvoor vijf koperen voetstukken gieten.
Nu wordt er als het ware een deur van de hemel geopend voor Johannes en werd hem verteld om omhoog te komen. Dan zou hij dingen zien die nog moesten gebeuren.
Maar voordat hij de zeven zegels zou zien, zou hij een kijkje krijgen in de hemelse tabernakel. Nee, hij zou zelfs de troon van God zien en het Lam dat heeft overwonnen.
Vanuit dit perspectief zullen wij straks de zeven zegels moeten interpreteren. Het moet een hemelse oriëntatie krijgen.
Het zal niet gaan over een aardse tabernakel, een aards Israël, een aards Jeruzalem, maar een hemels tabernakel, een hemels Israël en een hemelse stad.
En alles wat hier op aarde gebeurd moet in de context van de hemel gebracht worden en niet andersom.
Het zal niet gaan over een aardse tabernakel, een aards Israël, een aards Jeruzalem, maar een hemels tabernakel, een hemels Israël en een hemelse stad.
En alles wat hier op aarde gebeurd moet in de context van de hemel gebracht worden en niet andersom.
Wij moeten een goed besef hebben van wat wij in geloof nu zullen aanschouwen. Dit is de troon van de Allerhoogste, onze Schepper die ver boven alles staat. Wanneer wij dit horen zal het zijn alsof wij voor die troon staan. Maar wij moeten niet hoogmoedig zijn en de eerste plaats willen innemen, want anders zullen wij niets zien van wat God ons wil laten zien. De Openbaring is voor Zijn dienaren.
Tegen Johannes werd gezegd; 'Kom hier, omhoog!'.
Spreuken zegt:
Tegen Johannes werd gezegd; 'Kom hier, omhoog!'.
Spreuken zegt:
Spreuken 25:6 Praal niet voor de ogen van een koning
en ga niet staan op de plaats van groten,
7. want het is beter dat men tegen u zegt: Kom hier hogerop,
dan dat men u vernedert voor de ogen van een edele,
die uw ogen gezien hebben.
Reacties
Een reactie posten